Voor de groepsbouw bestaat mijn bijdrage uit de Biber dwergonderzeeër van Italeri.
De biber is een 1-persoonsonderzeeër van de kriegsmarine, 8.9m lang, 1.6m breed en evenhoog. Daarmee waren ze de kleinste duikboten in dienst. Deze was bewapend met ofwel 2 51.5cm Torpedo's of 2 mijnen. Hun voornaamste doel was het mee helpen beschermen van de kustlijn in geval van een invasie en het aanvallen van schepen/konvooien dicht bij de kust.
Door hun eenvoudige makelij slopen er ook fouten in het ontwerp, en samen met onvoldoende getraind bedieningspersoneel was hun toegevoegde waarde zo goed als niks, ondanks 342 geleverde exemplaren.
De romp bestond uit een 3mm dikke staalplaat met een aluminium toren erbovenop geschroefd. Deze toren bevatte 4 kijkvensters in gewapend glas, zodat de bestuurder naar buiten kon kijken. Vooraan en achteraan waren twee duiktanks voorzien. De stuurvlakken waren gemaakt uit hout, en om te proberen gelijktijdig de richting, diepte en periscoop te bedienen maakte het zo goed als onmogelijk om deze door 1 persoon te bedienen. Daarbij kwam nog het ontbreken van compensatie en trimtanks wat de taak van de piloot nog verder bemoeilijkte. Verder was de periscoop van slechte kwaliteit, zodat nachtaanvallen vanaf het oppervlak dienden uitgevoerd te worden. Ook stierven veel piloten door CO-vergiftiging (wat het lot was van veel bemanningen van mini-onderzeeërs) als de snorkel voor de uitlaatgassen volliep met water:
(bron: http://www.militarymodelling.com, aangespoelde biber met dode piloot)
Verder kregen de piloten op hun missies die soms tot 2 dagen konden duren een drug genaamd D-IX mee of chocoladetabletten met cafeïne.
Als bewapening konden twee TIIIc torpedo's meegevoerd worden die uit zichzelf dreven door het aantal batterijen intern te verminderen, 2 zeemijnen, of een combinatie van deze twee. Deze werden meegevoerd in buisvormige holtes in de romp, die de totale breedte van het voertuig reduceerden, waardoor het gemakkelijker kon getransporteerd worden over de weg. Daar waren ze natuurlijk ook kwetsbaar, vooral vanuit de lucht:
(bron: http://www.militarymodelling.com en discovery)
De operationele inzet was miniem. Bij de eerste operatie in de haven van Fécamp (30 augustus 1944), werden 22 onderzeeërs gelanceerd, 14 wisten uit de haven te komen, en daarvan bereikten slechts 2 boten het operatiegebied...
Bij de aanvallen in de Schelde rond de 22/23 December vertrokken 18 Bibers, waarvan er 1 terugkeerde. 1 Geallieerd schip werd gezonken. Bij verdere operaties werden nog eens 14 Bibers ingezet zonder resultaat en ze gingen allemaal verloren. Op 27 december werd een torpedo te vroeg gelost, en gingen door "friendly fire" 11 Bibers verloren, waarvan er 3 opnieuw konden ingezet worden. Bij verdere operaties werden geen successen meer geboekt, enkel hoog oplopende verliezen.
In januari 1945 werd een aanval gepland op een Russisch schip de Arkhangelsk, waarbij de Bibers via grotere U-boten binnen bereik van de haven zouden gebracht worden. Door de trillingen van de dieselmotoren kwam er water binnen in de onderzeeërs en op het moment van de geplande aanval waren geen schepen in de haven, waardoor deze afgeblazen werd.
Nu ja,
het model komt in een doos, eens je deze opent heb je normaal gezien sprues, maar in dit geval ook nogal wat losse delen:
en hoe dit gebeurd is???
tss....
een beetje PE en decals:
De bedoeling is om binnen 4 weken de camo vanop de boxart te proberen...
in de romp zitten nogal wat sinkmarks:
en een beetje schrapen later:
ook de buis en het eerste stukje PE werden gemonteerd.
Daarna ben ik begonnen aan de torpedo's:
Deze naden dienen uitgeschuurd te worden, wat niet zo'n probleem is. Door het afbreken waren er wel putjes zichtbaar, deze heb ik opgevuld met schaafsel van de sprues en tamiya extra thin. Daarna schuren. Ik heb het ook zo gedaan om de haarlijntjes op de vullen die soms als naad overblijven:
aan de schroeven is ook nogal wat werk om deze kappen op te schonen:
Idem met de contact-ontstekers op de neus, maar deze breken al af door ernaar te kijken... dat belooft...
De biber is een 1-persoonsonderzeeër van de kriegsmarine, 8.9m lang, 1.6m breed en evenhoog. Daarmee waren ze de kleinste duikboten in dienst. Deze was bewapend met ofwel 2 51.5cm Torpedo's of 2 mijnen. Hun voornaamste doel was het mee helpen beschermen van de kustlijn in geval van een invasie en het aanvallen van schepen/konvooien dicht bij de kust.
Door hun eenvoudige makelij slopen er ook fouten in het ontwerp, en samen met onvoldoende getraind bedieningspersoneel was hun toegevoegde waarde zo goed als niks, ondanks 342 geleverde exemplaren.
De romp bestond uit een 3mm dikke staalplaat met een aluminium toren erbovenop geschroefd. Deze toren bevatte 4 kijkvensters in gewapend glas, zodat de bestuurder naar buiten kon kijken. Vooraan en achteraan waren twee duiktanks voorzien. De stuurvlakken waren gemaakt uit hout, en om te proberen gelijktijdig de richting, diepte en periscoop te bedienen maakte het zo goed als onmogelijk om deze door 1 persoon te bedienen. Daarbij kwam nog het ontbreken van compensatie en trimtanks wat de taak van de piloot nog verder bemoeilijkte. Verder was de periscoop van slechte kwaliteit, zodat nachtaanvallen vanaf het oppervlak dienden uitgevoerd te worden. Ook stierven veel piloten door CO-vergiftiging (wat het lot was van veel bemanningen van mini-onderzeeërs) als de snorkel voor de uitlaatgassen volliep met water:
(bron: http://www.militarymodelling.com, aangespoelde biber met dode piloot)
Verder kregen de piloten op hun missies die soms tot 2 dagen konden duren een drug genaamd D-IX mee of chocoladetabletten met cafeïne.
Als bewapening konden twee TIIIc torpedo's meegevoerd worden die uit zichzelf dreven door het aantal batterijen intern te verminderen, 2 zeemijnen, of een combinatie van deze twee. Deze werden meegevoerd in buisvormige holtes in de romp, die de totale breedte van het voertuig reduceerden, waardoor het gemakkelijker kon getransporteerd worden over de weg. Daar waren ze natuurlijk ook kwetsbaar, vooral vanuit de lucht:
(bron: http://www.militarymodelling.com en discovery)
De operationele inzet was miniem. Bij de eerste operatie in de haven van Fécamp (30 augustus 1944), werden 22 onderzeeërs gelanceerd, 14 wisten uit de haven te komen, en daarvan bereikten slechts 2 boten het operatiegebied...
Bij de aanvallen in de Schelde rond de 22/23 December vertrokken 18 Bibers, waarvan er 1 terugkeerde. 1 Geallieerd schip werd gezonken. Bij verdere operaties werden nog eens 14 Bibers ingezet zonder resultaat en ze gingen allemaal verloren. Op 27 december werd een torpedo te vroeg gelost, en gingen door "friendly fire" 11 Bibers verloren, waarvan er 3 opnieuw konden ingezet worden. Bij verdere operaties werden geen successen meer geboekt, enkel hoog oplopende verliezen.
In januari 1945 werd een aanval gepland op een Russisch schip de Arkhangelsk, waarbij de Bibers via grotere U-boten binnen bereik van de haven zouden gebracht worden. Door de trillingen van de dieselmotoren kwam er water binnen in de onderzeeërs en op het moment van de geplande aanval waren geen schepen in de haven, waardoor deze afgeblazen werd.
Nu ja,
het model komt in een doos, eens je deze opent heb je normaal gezien sprues, maar in dit geval ook nogal wat losse delen:
en hoe dit gebeurd is???
tss....
een beetje PE en decals:
De bedoeling is om binnen 4 weken de camo vanop de boxart te proberen...
in de romp zitten nogal wat sinkmarks:
en een beetje schrapen later:
ook de buis en het eerste stukje PE werden gemonteerd.
Daarna ben ik begonnen aan de torpedo's:
Deze naden dienen uitgeschuurd te worden, wat niet zo'n probleem is. Door het afbreken waren er wel putjes zichtbaar, deze heb ik opgevuld met schaafsel van de sprues en tamiya extra thin. Daarna schuren. Ik heb het ook zo gedaan om de haarlijntjes op de vullen die soms als naad overblijven:
aan de schroeven is ook nogal wat werk om deze kappen op te schonen:
Idem met de contact-ontstekers op de neus, maar deze breken al af door ernaar te kijken... dat belooft...
Laatst bewerkt: