Hoofdsponsor

1/72 Britten Norman BN2A/B-21 Islander

airbus56

V.I.P.
V.I.P.
Beste vrienden.

Met dank aan de nieuwe werkgroep (en de oudere medewerkers) die de heropstart van ons forum mogelijk hebben gemaakt.
Geen betere manier om de mogelijkheden van het vernieuwde forum beter te leren kennen dan een nieuw topic op te starten.

Mijn laatste verslag in de sectie ruimtevaart (Space Shuttle Atlantis) zal binnenkort terug worden geactiveerd, maar vandaag beginnen we aan de bouw van een vliegtuig Britten Norman op schaal 1/72.

Een beetje informatie over het vliegtuig.

De Britten Norman maakte sinds halfweg de jaren 70 deel uit van het licht vliegwezen van het Belgisch leger (een dienst die tot 2004 was ondergebracht bij de landmacht) en was gestationeerd te Brasschaat (nabij Antwerpen).

Na de buiten dienst stelling van de verouderde Dornier DO 27 verbindingstoestellen werd op zoek gegaan naar een vervanger. De keuze van defensie voor deze vervanger viel op de Britten Norman BN2A-21 Islander, een tweemotorige hoogdekker van Britse makelij.

Het toestel Britten Norman BN-2 Islander is een zogenaamd STOL-vliegtuig (short take-off and landing).
Door defensie werden twaalf toestellen van dit type besteld. De toestellen werden gebouwd bij Fairy in Gosselies en vervolgens afgewerkt en opgeleverd in Bembridge op het eiland Wight (Verenigd Koninkrijk). De eerste exemplaren werden in dienst genomen begin juni 1976 en de toestellen werden na vele jaren trouwe dienst uitgeschreven tussen 2003 en 2005.
Twee toestellen (B-05 en B-06) werden reeds uitgeschreven in november 1988 nadat zij bij een brand te Butzweilerhof (Duitsland) zwaar werden beschadigd. Het toestel B-06 werd gerecupereerd en staat sindsdien opgesteld in het Koninklijk museum van het leger en de krijgsgeschiedenis te Brussel.

Het toestel B-02 dat sinds 1991 was uitgerust met een SLAR (Side Looking Airborne Radar), infra rood camera en UV camera’s en boven de Noordzee werd ingezet voor het opsporen van olievervuiling door de scheepvaart, werd overgeheveld naar de dienst BMM (Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee).
De B-02 kreeg bij het onderbrengen in zijn nieuwe eenheid een volledige revisie en vliegt nu in de kleuren van het BMM (wit en rood). Het toestel B-09 werd gebruikt om als stock aan wisselstukken te dienen en zodoende de revisie en upgrade van de B-02 mogelijk te maken. De andere nog luchtwaardige vliegtuigen werden verkocht op de tweedehands markt.

Het model dat wij hier gaan bouwen wordt de B-12 die gedurende zijn volledige loopbaan in de groene standaard kaki kleur heeft gevlogen.
Over de volledige lengte van dit vliegtuig (romp + motoren) is een dubbele lichtblauwe band aangebracht. Op het kielvlak vinden we de registratie (B-12) terug naast de Belgische vlag en het embleem van de eenheid van het licht vliegwezen te Brasschaat (een witte bij). Dit embleem werd eveneens aangebracht boven op de neus van het toestel. Op de zijkant van de neus vinden we de lichtblauwe aanduiding LL terug (LA voor het toestel B-01, LB voor het toestel B-02, LC tot en met LL voor de toestellen B-03 tot en met B-12).
Centraal op de romp staat in beide landstalen het opschrift Landmacht/Force Terrestre en achteraan op de romp is een Belgische kokarde geschilderd die we ook aan de bovenkant en de onderkant (zowel links als rechts) op de vleugels terugvinden.
Vermeld kleurenschema werd gebruikt tot 1996. Vanaf dan verdwenen de striping op de motoren en de kokardes op het vliegtuig. Het opschrift Landmacht/Force Terrestre werd vervangen door een eentalige aanduiding in een groter lettertype (links de aanduiding Landmacht, rechts de aanduiding Force Terrestre). De Belgische vlag op het kielvlak werd eveneens licht gewijzigd.
Hierbij vind je een foto van een gelijkaardig toestel ( B-01) in het eerste kleurenschema (Foto Nr 1).

Foto Nr 1.jpg
Foto Nr 1
Toestel B-01 Britten Norman BN2A/B-21 Islander (foto airliners.net).

De bouw van onze Britten Norman wordt een OOB waarbij we ons enkel richten op het aanpassen van kleine onvolkomenheden en we dus geen gedetailleerde wijzigingen zullen uitvoeren of gebruik zullen maken van AM sets (welke trouwens doordat het om zo’n oude kit gaat toch nooit bestaan hebben).

Het is de bedoeling om een tweetal Britten Normans gelijktijdig te bouwen. Het gaat hier immers over twee kleine maquettes op schaal 1/72 van nauwelijks 15 cm lang.
Aangezien ik reeds tal van andere modellen heb gemaakt die heel wat groter waren dan de Britten Norman is het een verademing om eens iets te maken dat als tussendoortje kan worden gebouwd en dus (logischer wijze) snel vooruitgaat :-)

Gaan we even dieper in op de kit.
Het gaat hier over de bouwdoos van Airfix “Britten Norman Islander/Defender” op schaal 1/72 (Kit Nr 03067).
Deze bouwdoos is een heruitgave van de kit welke oorspronkelijk werd uitgebracht in 1971 en reeds een viertal keer in het gamma van Airfix werd opgenomen. Het ging hier telkens om dezelfde mal waarbij in 1976 enkele nieuwe onderdelen werden toegevoegd. In 1978 werd een nieuwe doos voorzien en in 2006 (laatste uitgave) werd andermaal de doos gewijzigd en werden nieuwe decals bijgevoegd.
De inhoud van de doos bestaat uit 5 gietbomen in grijze plastiek met in totaal zo’n 60 onderdelen en één gietboom in doorzichtig plastiek met de ramen en de landingslichten.
Het decalvel laat toe om 3 uitvoeringen te bouwen ((Aurigny Air Services GUERNSEY UK, Philippine Navy en Milford Sound Flightseeing Queenstown NEW ZEALAND).
Foto’s Nr 2 en Nr 3 tonen de bouwdoos met inhoud

Foto Nr 2.jpg
Foto Nr 2
Bouwdoos Airfix Nr 03067 Britten Norman ISLANDER/DEFENDER.

Foto Nr 3.jpg
Foto Nr 3
Inhoud bouwdoos

Betrokken kit (mal) is dus vijftig jaar oud wat duidelijk wordt wanneer we het model even van naderbij gaan bekijken. Bij nazicht van de onderdelen valt direct op dat de stukken vrij grof zijn uitgevoerd en dat het geheel weinig gedetailleerd is .
De klinknagels op de verschillende onderdelen zijn veel te groot voor de betrokken schaal en er zijn er veel te weinig aanwezig. Ook het reliëf op de zijkant van de romp is sterk buiten proportie (en dus veel te zwaar).
Bij een vergelijking met referentiefoto’s uit mijn documentatie is het verschil tussen de realiteit en het model toch wel groot. Ergens is dit verstaanbaar aangezien het modelletje werd ontworpen en uitgevoerd met de technologie van 50 jaar geleden.
Dertig jaar geleden zou ik hier geen probleem van gemaakt hebben (ik heb dit vliegtuigje lang geleden ooit eens gemaakt) doch nu storen de onvolkomenheden in het model mij toch wel erg.
Om er een aanvaardbaar model van te maken (volgens de normen die ik na 40 jaar modelbouw hanteer) zal de bouw dus iets minder snel gaan dan ik mij oorspronkelijk had voorgesteld.
Daar gaat dus mijn snelle tussendoortje :((
De duo-bouw wordt dus afgevoerd en wij gaan voor de bouw van één enkel toestel. Gelukkig blijft het model klein (ondanks de uit te voeren aanpassingen). Dus ik hoop dat de bouw dus toch wel vrij vlot verloopt.
Foto Nr 4 geeft een zicht op de buitenkant van het model (aangebrachte klinknagels en het reliëf van de romp).
Foto Nr 5 geeft een zicht op de klinknagels en reliëf op de romp van het echte vliegtuig.

Foto Nr 4.jpg
Foto Nr 4
De aangebrachte klinknagels zijn te grof en te weinig in aantal.
Het reliëf op de romp is veel te zwaar uitgevoerd.

Foto Nr 1.jpg
Foto Nr 5
De klinknagels op het echte vliegtuig zijn nauwelijks zichtbaar. Ook het reliëf op de romp is veel minder uitgesproken dan bij het model (foto airliners.net).

Tot de volgende voor de aanvang van onze bouw.
 
Laatst bewerkt:
Als ik het model en de referentie bekijk, ben je misschien beter af van het te rescriben en de klinknagels achterwege te laten. Enkel op de neus sectie en op de staart zijn enkele punten waar de klinknagels doorkomen.
En inderdaad: oude airfix/heller modellen zijn een reis naar het verleden...
 
Klinknagels op een vliegtuig met zulke kleine schaal is altijd verraderlijk. Teruggeredeneerd vanuit de schaal, zijn ze niet of alleen onder een bepaalde lichtinval te zien. Toch wilden (en willen) kitproducenten het liefste toch tonen wat ze kunnen en voegen ze maar wat reeksen van die klinknagels toe.

Ik denk dat de kleinste schaal is waar men dat in overweging kan nemen, bij vliegtuigen dus niet bij lompe klinknagels zoals treinen, die van 1/48 is ongeveer. Er zitten in werkelijkheid veel meer en veel fijnere klinknageltjes op. Dan zijn er nog de Duitse toestellen uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan de klinknagelkoppen zo glad mogelijk werden afgewerkt om het toestel aerodynamischer te maken.. daar zou je ze vaak zelfs op schaal 1/32 nauwelijks zien zitten.

Mooie start aan een wat ongebruikelijk te modelbouwen vliegtuig.
 
@ Jerre
Ook rescriben is op deze schaal niet echt een oplossing die het realisme ten goede komt denk ik.
Ik zal waarschijnlijk voor het wegschuren van de klinknagels op de romp gaan (deze op kielvlak en bovenkant vleugels wil ik behouden). Het reliëf met verstevigingsbalken op de romp zal tot een minimum worden herleid.
Zoals je zelf opmerkt heeft een kit van die ouderdom zo zijn beperkingen en zal het resultaat een compromis worden (en hopelijk zal ik niet te veel toegevingen moeten doen…). We zien wel waar het ons brengt. Het gaat tenslotte ook om een OOB projectje.
@Roy.
Honderd procent akkoord met je bemerkingen over de klinknagels op modellen. Ook het graveren is zo’n pijnpunt. Civiele vliegtuigmodellen op schaal 1/144 die gegraveerd zijn daar gruw ik van en deze gravures worden door mij steevast opgevuld en gladgeschuurd.
 
Precies mijn gedachte wat het graveren betreft. Opvullen en gladschuren is beter, maar ook niet altijd ideaal (hoewel ik ze op 1/144 zeker zou opvullen inderdaad, als je realisme wilt nastreven). Fysieke 'panel lines' zouden als onrealistisch kunnen worden gezien, überhaupt liggen de panelen van vliegtuigen uiterst dicht tegen elkaar aan. Misschien op schaal 1/1 zelfs in absolute zin net zo dicht als op dat 1/72-kitje!

Ik heb 2,5 jaar geleden geëxperimenteerd met 'oil canning', de illusie van reliëf op een vliegtuig in schaal 1/72. Kostte extreem veel tijd, maar voor mij was het zeer geslaagd (zij het dat je twee keer moest kijken om het te zien).

Hier een foto waarop oil canning op 2/3 van de vleugel gereed is:

49662215701_4146b8f7af_b-jpg.285700


Meer informatie in dit topic. Nu gaat het bij jouw bouw van de Norman om een out of box-bouw, dus zulke tijdsbesteding als ik toen pleegde gaat hier veel te ver; maar ik wilde het voor de volledigheid toch tonen om een mogelijke oplossing van het 'probleem' te laten zien.
 
Roy, ik ken je topic met de toepassing van “oil canning” inderdaad en dat geeft een vrij realistisch beeld van een vliegtuigromp en/of -vleugel. Nadeel; het is heel arbeidsintensief (en in mijn bouw dus momenteel niet aan de orde).
In mijn volgend topic van een civiel vliegtuig ga ik nader in op het opvullen van gravures op schaal 1/144. Wordt dus nog vervolgd….
 
Heb ooit deze Airfix Islander gebouwd toen die uitgekomen was. Was toen gegoten in geel plastiek.
Toen ik jong was heb ik ooit meegevlogen in een Trilander, de 3-motorige versie op een vlucht naar het eiland Jersey. Zat toen aan het raam juist naast de linker schroef en voelde mij toen toch niet zo veilig.
Ga zeker volgen, veel succes!
 
sorry mannen maar mijn kennis in deze is zeer beperkt en ga met interesse volgen wat jullie schrijven.
Als ik iets niet begrijp vraag ik het gewoon.
Veel plezier met deze toch al deftige uitdaging als ik alles zo lees.
 
Hierbij beginnen we aan de bouw van onze Britten Norman.

Om de romp een beetje aanvaardbaar te maken worden alle klinknagels weggeschuurd en wordt het reliëf op de zijkant tot een minimum herleid. Er worden geen nieuwe klinknagels aangebracht omdat deze op een model van deze schaal nagenoeg niet zichtbaar zijn. De contouren van de deuren die op het model nadrukkelijk aanwezig zijn worden voor het grootste deel weggeschuurd zodat deze omtrekken na het schuren nog slechts licht merkbaar zijn.
Op foto’s Nr 6 en Nr 7 zie je het resultaat van deze aanpassing.

Foto Nr 6.jpg
Foto Nr 6
Klinknagels en reliëf van de romp voor het schuren.

Foto Nr 7.jpg
Foto Nr 7
Reliëf op de romp na het schuren. Alle klinknagels op de romp werden verwijderd. De verstevigingsbalken zijn nog slechts licht merkbaar.

Hierna gaan wij de romphelften uitpassen en de deuren aanbrengen in de romp.
In tegenstelling tot wat ik had gevreesd passen de romphelften echter zeer goed op mekaar en dienen er geen kieren te worden opgevuld. Ook de deuren kunnen probleemloos in hun ligplaats worden gelijmd zonder dat er aanpassingen moeten worden gedaan. Het valt wel op dat alle delen zeer robuust werden uitgevoerd (in dikke plastiek). Ik hoop dat ik er toch nog een deftig model kan van maken.
Foto Nr 8 toont het aanbrengen van de deuren en de dry fit van de romp. Enkel aan de bovenzijde rechts vooraan, ter hoogte van de cockpit, zal de romp een klein beetje moeten worden bijgewerkt.

Foto Nr 8 .jpg
Foto Nr 8
Dry fit van de romp en lijmen van de deuren. Enkel aan de bovenzijde rechts vooraan zal de romp een klein beetje moeten worden bijgewerkt.
Ter hoogte van de cockpit merk je duidelijk hoe robuust de onderdelen zijn uitgevoerd en hoe dik het plastiek is.

Nu kunnen we het neusgewicht aanbrengen in de romp.
Zoals vermeld heb ik betrokken toestel lang geleden al eens gemaakt. Ondanks het feit dat ik toen een neusgewicht had aangebracht bleek het vliegtuig nadat het was afgewerkt op zijn staart komen te zitten. Blijkbaar is het gedeelte achter de vleugels zodanig zwaar dat in de neus een vrij zware ballast moet worden aangebracht om niet te eindigen met een “staartzitter”.
Als neusgewicht worden vooraan in de romp zo veel mogelijk stukjes lood (afkomstig uit een gordijnlood) aangebracht (Foto Nr 9). Voor alle zekerheid zal er in een later stadium bij het plaatsen van de bodemplaat (waarop de zetels zich situeren) nog een bijkomend gewicht worden aangebracht (deze keer speel ik echt wel op zeker :winking: ). Aan de binnenkant van de romp is ook hier zeer duidelijk te zien dat de onderdelen van de kit wel heel rudimentair zijn uitgevoerd.

Foto Nr 9.jpg
Foto Nr 9
In de neus worden zo veel mogelijk stukjes lood, afkomstig van een gordijnlood, aangebracht. In een later stadium zal de romp vooraan nog worden verzwaard door een bijkomend gewicht te plaatsen onder de bodemplaat. Aan de binnenkant van de romp is zeer duidelijk te zien dat de onderdelen van de kit wel heel rudimentair zijn uitgevoerd.

Nu kunnen we alle onderdelen nog even afwassen met een zachte detergent en kan het verfwerk beginnen.

Vooreerst brengen we aan de binnenkant van de romp een strook tape aan ter hoogte van de vensters. Vervolgens worden beide romphelften aan de buitenkant in een grijze primer gezet (Vallejo grijs Nr 73.601) waarna ter hoogte van de ramen een laagje Vallejo Olive green (RLM80 Nr 71.265) wordt aangebracht.
Nu kunnen aan de binnenkant de doorzichtige delen van de ramen worden gelijmd. Deze werkwijze laat toe om de vensters te plaatsen zonder dat er dient te worden geknoeid met tape en/of maskol. De vensters sluiten nu immers perfect aan op de romp en door deze manier van werken kunnen er ook geen verfresten op de doorzichtige onderdelen terecht komen.
Foto Nr 10 en Nr 11 tonen het plaatsen van de vensters. Voor het bevestigen van de vensters gebruik ik de Extra Thin cement van Tamiya.

Foto Nr 10.jpg
Foto Nr 10
Afplakken binnenkant vensters met tape zodat de buitenkant kan worden geverfd.

Foto Nr 11.jpg
Foto Nr 11
De vensters werden geplaatst nadat op de buitenkant van de romp een grijze primer (Vallejo grijs Nr 73.601) en een laag Vallejo Olive green (RLM80 Nr 71.265) werd aangebracht.

Tot de volgende voor het tweede deel van de bouw van onze Britten Norman.
 
Mooi uitleg en volg met interesse vooral dat wegschuren en herstellen trekken mijn aandacht.
Alleen de reden van de tape aan ramen is me niet duidelijk temeer ik geen aflijning zie na het spuitwerk.
 
De tape wordt aan de binnenkant geplaatst zodat er geen verfresten (overspray en dergelijke) op de binnenkant terecht kan komen. Eens de buitenkant een verflaag heeft gekregen kunnen van binnenuit de ramen worden vastgekleefd. Op deze manier blijft het plastiek zuiver zodat bij het vastkleven eerst geen eventuele verfresten dienen te worden verwijderd. De randen aan de buitenkant kunnen op deze manier ook mooi worden geairbrushed zonder dat sporen op de ramen terecht komen (deze worden immers pas achteraf geplaatst).
 
Interessant om volgen want ik pas deze methode niet toe.
Ik verf eerst de binnenzijde voordat ik de ramen kleef en breng dan tape aan om de buitenzijde te beschermen bij het verven van de romp.
 
Na het voorbereidende verfwerk aan de buitenkant en het plaatsen van de ramen wordt de buitenkant van de romp beschermd met tape en kan de binnenkant worden aangepakt.
De vensters worden eerst aan de binnenkant afgedekt met een strook tape. Met een X-acto mesje worden hierin de omtrekken van de vensters uitgesneden (zodat enkel het doorzichtige deel bedekt blijft).
Vervolgens wordt een laagje grijze primer van Vallejo aangebracht (Nr 73.601).
De bovenkant van de romp wordt daarna witbeige geverfd (Vallejo Radome Tan Nr 71.074) en de onderkant krijgt een laagje Mud Brown (Vallejo Nr 71.037). Op de overgang tussen beide kleuren zal later een dunne zwarte decal worden aangebracht.
De console met de cockpit instrumenten wordt aan de voorkant in de grijze primer gezet en de bovenkant wordt voorzien van een laagje Vallejo zwart (Nr 71.057).
Dan volgen de bodemplaat en de zetels. Eerst komen deze onderdelen eveneens in een laagje grijze primer waarna zij in hun definitieve kleur worden gezet. Voor deze onderdelen gebruik ik de Model Color verven namelijk bruin voor de bodemplaat en blauw voor de zetels. De steunen van de zetels krijgen een zilveren kleurtje. Alle Model Color verven worden aangebracht met een penseel.
Als voorbereiding voor het plaatsen van de decal aan de binnenkant van de romp en van een lichte pinwash op het instrumentenpaneel krijgen deze onderdelen een laagje glansvernis van Revell (Revell enamel Nr 01).
Als afwerking krijgt alles nog een laagje matte vernis van Vallejo, aangebracht met de airbrush. Hierop kunnen deze onderdelen worden gemonteerd. Buiten het plaatsen van de piloot worden er aan de binnenkant van de romp en de passagiersruimte geen verdere gedetailleerde bewerkingen uitgevoerd omdat bij het eindresultaat nagenoeg geen details zichtbaar zullen zijn. Bovendien is de binnenkant van het model zelf niet denderend. Alles is zeer summier uitgevoerd en niet echt goed uitgebalanceerd of in verhouding.
Foto Nr 12 toont de beide afgewerkte romphelften. Nu kunnen de romphelften worden samengekleefd en kan de rest van het vliegtuig worden in mekaar gezet.

Foto Nr 12.jpg
Foto Nr 12
Afgewerkte romphelften. De binnenkant werd slechts summier gedetailleerd omdat hier verder toch weinig of niets van te zien zal zijn.

Eens de romphelften aan mekaar zijn gekleefd kan de romp ter hoogte van de cockpit worden aangepast zodat de cockpitramen mooi aansluiten. Hiertoe worden kleine stukjes sprue op deze plaats gekleefd met secondelijm waarna deze in vorm worden geschuurd.
Foto Nr 13 en Foto Nr 14 tonen de uitvoering van deze werkzaamheden.

Foto Nr 13.jpg
Foto Nr 13
Herstelling romp ter hoogte van de cockpit met lijm en stukjes sprue.

Foto Nr 14.jpg
Foto Nr 14
Romp ter hoogte van de cockpit na herstelwerkzaamheden.

Nu kan het cockpitraam worden geplaatst (dit onderdeel wordt vastgekleefd met Tamiya Thin cement) waarna op de randen een beetje beschermingstape wordt aangebracht alvorens een laagje Tamiya white putty aan te brengen. Na een beetje voorzichtig schuurwerk (schuurpapier korrel 600) is de romp klaar voor verdere werkzaamheden.
Foto Nr 15 tot en met Nr 17 tonen het plaatsen van de cockpitramen.

Foto Nr 15.jpg
Foto Nr 15
Vastkleven cockpitraam.

Foto Nr 16.jpg
Foto Nr 16
Aanbrengen tape + white putty.

Foto Nr 17.jpg
Foto Nr 17
Opgeschuurde cockpit.

Nadat de romp werd aangepast en opgeschuurd kunnen de andere onderdelen worden samengesteld.
We beginnen met de motoren. Nu pas merk ik dat op het plannetje aangegeven staat dat ook de motoren moeten verzwaard worden. Dit was me tot hiertoe (en bij de vorige bouw zoveel jaren geleden) ontgaan. Daar waar ik oorspronkelijk de bedoeling had om onder de bodemplaat een beetje bijkomend gewicht te plaatsen stap ik hiervan af en breng ik nu enkele stukjes lood aan in beide motoren (zie Foto Nr 18).

Foto Nr 18.jpg
Foto Nr 18
Beide motoren werden verzwaard met enkele stukjes gordijnlood.

Nu kunnen de motoren worden vervolledigd en gemonteerd.
We gaan hier op dezelfde manier te werk als voor het plaatsen van het cockpitraam.
De motoren worden vastgekleefd met Tamiya thin cement (Foto Nr 19), waarna het delicate reliëf (klinknagels) van de vleugel wordt beschermd met een strookje tape alvorens de putty aan te brengen (Foto Nr 20 en Foto Nr 21).
Foto Nr 22 toont de gemonteerde en opgeschuurde motor.

Foto Nr 19.jpg
Foto Nr 19
Vastkleven motoren.

Foto Nr 20.jpg
Foto Nr 20

Foto Nr 21.jpg
Foto Nr 21

Foto Nr 20
en Nr 21 : Beschermen reliëf vleugels met tape en aanbrengen putty ter hoogte van de motoren.

Foto Nr 22.jpg
Foto Nr 22
Gemonteerde en opgeschuurde motoren.

Tot de volgende…
 
Laat jij de tape erop bij het schuren om de klinknagels te beschermen ?.
Volg met interesse want heb hier een vlieger liggen waar ik maar niet durf aan te beginnen.
 
Correct. De tape dient om het reliëf te beschermen. Je moet alleen een beetje omzichtig te werk gaan. Niet te hard schuren en een fijnere korrel van schuurpapier (vb 600) gebruiken. Het duurt iets langer maar de tape doet op deze manier heel goed zijn werk. Het reliëf blijft mooi intact en je kan op deze manier heel nauwkeurig schuren zonder kwetsbare zones te beschadigen. Je ziet trouwens op de laatste foto aan de aflijning waar de tape heeft gezeten tijdens het schuren.
 
Terug
Bovenaan