Ebbro geeft geen jaartal voor deze DS21. Aan de hand van de details bekomt men meer informatie. In 1968: 4 koplampen onder amandelvormige glazen en de arm van het stuurwiel en onderkant van het dashboard is zwartkleurig. In 1969 : 3 grote ronde wijzerplaten in het dashboard. In 1971:veiligheidsstuurwiel bekleed met schuimrubber. 5 versnellingen. In 1972: buitenhandvaten van de deuren van het platte type. Nieuwe motor type Dy3 2175 cm3 : 139pk. Dus ons model is van 1972 .
Vanaf 1973 tot einde 1975 komt de DS 23. De bouwdoos bevat sprues met witte plastieken onderdelen, zwarte, doorschijnende evenals verchroomde en 5 gelijke rubberen banden. Op schaal 1:1 zijn de banden en wielen verschillend : de 2 achterwielen en het reservewiel zijn kleiner dan de voorwielen maar op schaal 1/24 valt dit niet op. Bandenfabrikant Michelin was in die periode eigenaar van Citroën. Het formaat van de voorbanden was uitsluitend geschikt voor de DS. De delen passen meestal zeer goed ineen, soms is het toch wat wringen en bijslijpen bvb de ventilatorschroef in zijn behuizing achter de radiator. Wat betreft de aangegeven kleuren, vb een deel van het motorblok chroom zilver ,dan toch met een goeie laag matte vernis erover. Kleur van de wielen: donkerrode? Op de meeste foto's ziet men dat het reservewiel lichtgrijs is , soms zwart. Er is een claxon: 2 trompetten in oranje kleur. Ik denk dat dit geen standaard uitrusting is ,een soort Italiaanse bi_tone claxon meestal rood en chroom . Enfin dit brengt wat meer kleur in de motorruimte.
Het reservoir voor de groene hogedruk hydraulische olie is ook nogal summier uitgevoerd. Wat betreft die olie: in het begin was het rode vloeistof, was echter veel te corrosief voor de leidingen, daarna kleurloze en tenslotte groen. LMH: LIQUIDE HYDRAULIQUE.... Waar de M voor staat weet ik niet.
Ik heb een Pallas uitvoering gekozen met de optie lederen interieur Naturel.
Het model dus: de bodemplaat is anders dan bij de DS19 ,de instulping voor de knalpot zit onder de voorzetels , bij de DS19 zit deze gans vooraan.
Het interieur:ik heb een bruin tapijt aangebracht op de hoedenplank , de vloer en de voorkant onder het dashboard. Dit tapijt is een soort zelfklevend vilt dat van een rol uitgesneden wordt.
Op de binnenkant van de dorpels een strook chroom aangebracht.
Het dashboard krijgt een laag zwartgrijs evenals het stuurwiel. Na aanbrengen van de decals een rondje doorschijnende folie uitgeperst mer een punch en die, in de wijzerplaten kleven.
In de motorruimte: de bekleding van de tunnel die koellucht naar de radiator aanvoert bestaat uit een soort dik weefsel, daarin heb ik nog een rits aangebracht.
De LHM reservoir krijgt zijn decals en ik heb nog een paar spanbanden , een overloopleidinkje en de nodige leidingen toegevoegd.
Hoe duurder het model hoe meer hydraulische toepassingen. De Citroën ID19 had alleen hydraulische vering en hoogteregeling.
Bij de DS19 en DS21 komt daar nog bij : remmen ,stuurservo ,versnellingen.
Dan de motor: spanbanden rond de leidingen naar radiator en luchtfilter. Bougiekabels van de verdeler naar de bougies en de hoogspanningsbobijn (dit onderdeel zit niet in de kit , dus zelf maken )
De verdeler is van het type DUCELLIER waar de kabels horizontaal uit vertrekken, dit onderdeel is zo minuscuul dat ik het meer volume heb moeten geven.
Spijtig genoeg geeft Ebbro geen enkele naamaanduiding of schema voor bedrading of leidingen.