Na vorig jaar met de club een interne wedstrijd georganiseerd te hebben met T-55's voor de tankisten en T-33's voor de vliegtuigbouwers, werken we dit jaar rond 100 jaar WO-I. Om niet iedereen vast te pinnen op een bepaald model of het al dan niet gebruikenvan aftermarket gaan we deze keer uit van een vaste bijdrage, en ligt enkel het thema vast, iedereen kan zijn model bouwen naar eigen goeddunken...
Mijn bijdrage aan hieraan is de Fokker Dr.I van Eduard:
en de inhoud van de doos:
en als extra heb ik nog deze spandau's aangeschaft:
Ik hoop dat ik deze gebouwd krijg, het wordt vooral een uitdaging...
Over de Fokker Dr.I zelf:
De Dr.I kan bijna een icoon van de eerste wereldoorlog genoemd worden, vooral bekend in de versie van de Rode Baron, Manfred Von Richthofen, waarin hij zijn laatste 19 overwinningen behaalde en uiteindelijk ook stierf.
Rond 19 februari kwam de Sopwith triplane op het toneel, en hoewel deze maar 1 machinegeweer had, was deze toch superieur aan de zwaarder bewapende Albatros en Halberstadt vliegtuigen. Fokkers antwoord hierop was het converteren van een nieuw prototype dat ie ombouwde van een 2-dekker naar een 3-dekker. Uit initiele testen bleek dat er onredelijk veel kracht nodig was om de roeren te bedienen. Op een volgend prototype werden balanshoorns en struts geplaatst. Deze laatste waren geen noodzaak, maar zorgden er wel voor dat de vleugels minder doorbogen.
Von Richthofen vloog voor de eerste keer met het toestel op 1 september 1917 en schoot 2 vijandelijke toestellen neer in de daaropvolgende dagen. Hij rapporteerde dat het toestel superieur was aan de Sopwith Triplane en adviseerde dat de gevechtsquadrons zo vlug mogelijk werden uitgerust met het nieuwe type. De gevechtsanalyse kwam tot een plotse halt wanneer Kurt Wolff en Werner Voss in het type werden neergeschoten. De andere pre-productieexemplaren werden geleverd aan Jasta 11, en er werden gbestellingen geplaatst voor 100 toestellen en later nog eens 200. Enige wijzigingen waren een rechte voorrand aan het staartstuk en skies op de zijkanten van de onderste vleugels om het omslaan bij het landen te verhinderen/beperken.
Hoewel het toestel extreem manoevreerbaar was in vergelijking met andere toestellen (ailerons waren niet zo effectief, maar het roer en de elevators waren licht en krachtig. Snelle bochten naar rechts werden vergemakkelijkt door de directionele instabiliteit), was het ook trager. Franz Hemer van Jasta 6 zei ooit: de driedecker was mijn favoriete vliegtuig, omdat het zo fantastisch vliegt. Ik kan er perfect mee stunten (loopings en rolls maken) en volstrekt veilig ontsnappen aan de vijand in duikvlucht. hoewel het bij die laatste ook trager was.
Er waren nog andere problemen met het toestel: slechte zichtbaarheid voor de piloot gedurende opstijgen en landen, te kleine cockpit en uitgerust met materialen van slechte kwaliteit, de achterkanten van de mg's die te dicht bij de piloot zaten, die samen met onvoldoende stootkussens in geval van een crash de piloot een grote kans op wonden gaven bij noodlandingen of crashes. Ook braken soms de vleugels af, maar dit was vooral te wijten aan onvoldoende kwaliteitscontrole, zowel bij het gebruikte materiaal als bij de contructie...
Momenteel reeds begonnen met de machinegeweren, de eerste spandau mg nadert zijn schilderstappen:
de PE:
en na het solderen:
op een paar kleine zaken na staan alle deeltjes op de mg gesoldeerd. De loop, die bestaat uit een stukje naald van iemand die suikerpatient is (ø0.3, lengte 7mm), de korrel, de haan en het uiteinde (ziet er nog een beetje krom uit, maar een gaatje boren in een stukje met maar een paar tienden speling is niet zo gemakkelijk) zijn momenteel nog niet gemonteerd om schildertechnische redenen of omdat de kans op breuk te groot is. Voor de rest een serieuze oefening in geduld...
Mijn bijdrage aan hieraan is de Fokker Dr.I van Eduard:
en de inhoud van de doos:
en als extra heb ik nog deze spandau's aangeschaft:
Ik hoop dat ik deze gebouwd krijg, het wordt vooral een uitdaging...
Over de Fokker Dr.I zelf:
De Dr.I kan bijna een icoon van de eerste wereldoorlog genoemd worden, vooral bekend in de versie van de Rode Baron, Manfred Von Richthofen, waarin hij zijn laatste 19 overwinningen behaalde en uiteindelijk ook stierf.
Rond 19 februari kwam de Sopwith triplane op het toneel, en hoewel deze maar 1 machinegeweer had, was deze toch superieur aan de zwaarder bewapende Albatros en Halberstadt vliegtuigen. Fokkers antwoord hierop was het converteren van een nieuw prototype dat ie ombouwde van een 2-dekker naar een 3-dekker. Uit initiele testen bleek dat er onredelijk veel kracht nodig was om de roeren te bedienen. Op een volgend prototype werden balanshoorns en struts geplaatst. Deze laatste waren geen noodzaak, maar zorgden er wel voor dat de vleugels minder doorbogen.
Von Richthofen vloog voor de eerste keer met het toestel op 1 september 1917 en schoot 2 vijandelijke toestellen neer in de daaropvolgende dagen. Hij rapporteerde dat het toestel superieur was aan de Sopwith Triplane en adviseerde dat de gevechtsquadrons zo vlug mogelijk werden uitgerust met het nieuwe type. De gevechtsanalyse kwam tot een plotse halt wanneer Kurt Wolff en Werner Voss in het type werden neergeschoten. De andere pre-productieexemplaren werden geleverd aan Jasta 11, en er werden gbestellingen geplaatst voor 100 toestellen en later nog eens 200. Enige wijzigingen waren een rechte voorrand aan het staartstuk en skies op de zijkanten van de onderste vleugels om het omslaan bij het landen te verhinderen/beperken.
Hoewel het toestel extreem manoevreerbaar was in vergelijking met andere toestellen (ailerons waren niet zo effectief, maar het roer en de elevators waren licht en krachtig. Snelle bochten naar rechts werden vergemakkelijkt door de directionele instabiliteit), was het ook trager. Franz Hemer van Jasta 6 zei ooit: de driedecker was mijn favoriete vliegtuig, omdat het zo fantastisch vliegt. Ik kan er perfect mee stunten (loopings en rolls maken) en volstrekt veilig ontsnappen aan de vijand in duikvlucht. hoewel het bij die laatste ook trager was.
Er waren nog andere problemen met het toestel: slechte zichtbaarheid voor de piloot gedurende opstijgen en landen, te kleine cockpit en uitgerust met materialen van slechte kwaliteit, de achterkanten van de mg's die te dicht bij de piloot zaten, die samen met onvoldoende stootkussens in geval van een crash de piloot een grote kans op wonden gaven bij noodlandingen of crashes. Ook braken soms de vleugels af, maar dit was vooral te wijten aan onvoldoende kwaliteitscontrole, zowel bij het gebruikte materiaal als bij de contructie...
Momenteel reeds begonnen met de machinegeweren, de eerste spandau mg nadert zijn schilderstappen:
de PE:
en na het solderen:
op een paar kleine zaken na staan alle deeltjes op de mg gesoldeerd. De loop, die bestaat uit een stukje naald van iemand die suikerpatient is (ø0.3, lengte 7mm), de korrel, de haan en het uiteinde (ziet er nog een beetje krom uit, maar een gaatje boren in een stukje met maar een paar tienden speling is niet zo gemakkelijk) zijn momenteel nog niet gemonteerd om schildertechnische redenen of omdat de kans op breuk te groot is. Voor de rest een serieuze oefening in geduld...