Hoofdsponsor

1/72 Sukhoi SU 27 "flanker" (Zvezda) [wip]

  • Onderwerp starter Onderwerp starter Yves11
  • Startdatum Startdatum
Y

Yves11

Guest
Hallo iedereen,


Ik ben enkele maanden geleden lid geworden op dit forum maar door omstandigheden heb ik geen tijd gehad voor modelbouw of om dit forum te volgen(alhoewel ik hier weleens een snel kwam rondneuzen.)
Maar dat is nu achter de rug nu heb ik terug tijd om te bouwen en hier mijn eerste bouwverslag te zetten ik heb enkele opgestart maar deze waren onvoorbereid)
De bouwdoos die ik ga bouwen heb ik in Moskou gekocht en het gaat zoals de naam het zegt de Sukhoi Su 27 A.K.A flanker.
attachment.php
 
attachment.jpg
De Soechoj Soe-27[1] (Russisch: Сухой Су-27) (NAVO-codenaam: Flanker) is een multirol straaljager die ontwikkeld is in de Sovjet-Unie. Het toestel is ontwikkeld door Soechoj en wordt afhankelijk van de variant gebouwd door KnAAPO, NAPO of Irkoet. Wat algemener kan de naam ook duiden op een aantal vliegtuigen die hiervan afgeleid zijn.
attachment.jpg De Soe-27 werd oorspronkelijk ontwikkeld als een onderscheppingsjager voor de lange afstand. Toen de productie startte werd daar ook de jachtbommenwerper-rol aan toegevoegd en nog later, bij de ontwikkeling van de Soe-33 de anti-scheepsrol. De Soe-30 varianten kunnen ook gespecialiseerde missies zoals aanvallen op radarstations uitvoeren en mogen dus met recht multirol straaljagers genoemd worden. Net zoals de Amerikaanse F-16 is de Soe-27 statisch onstabiel, niet geheel toevallig beschikt het toestel ook over fly-by-wire.


De romp van de Soe-27 wordt uit 5 delen geassembleerd: de voorkant tot aan de cockpit, het middenstuk van de romp met daarin de brandstoftanks, de achterkant en de twee behuizingen voor de motoren. Tegenover andere vierde generatie toestellen valt hierbij het grote interne volume van de Soe-27 op. De brandstofcapaciteit is met 9400 kg bijna net zo groot als die van een F-15 met 3 externe tanks. De motorhuizen bevinden zich net als bij de MiG-29 grotendeels onder het toestel in plaats van verwerkt in de romp. Dit deel van het ontwerp is gebaseerd op de Amerikaanse F-14 die de motoren ook onder de romp heeft. Het profiel tussen de motoren levert extra liftkracht waardoor in feite het effectieve vleugeloppervlak vergroot wordt.
attachment.jpg Op veel plekken in het toestel is gebruikgemaakt van titanium dat in Rusland in grote hoeveelheden beschikbaar is. Hierdoor is het toestel relatief licht ondanks de grote hoeveelheid brandstof die het toestel intern kan meenemen. Ook zijn de aerodynamische eigenschappen verbeterd door minder luchtwrijving ten gevolge het gebruik van titanium aan de buitenkant van het toestel. Zoals bij veel andere vierde generatie straaljagers gaan ook bij de Soe-27 de vleugels vloeiend over in de romp.



Neuswiel met de externe steunbalk. Ook zichtbaar op de foto zijn de landings-/taxilichten en de inlaten voor beide motoren.
Het landingsgestel van de Soe-27 is relatief simpel. De achterwielen zitten aan één stevige steunder die direct op de motorhuizen gemonteerd is en bij het intrekken naar voren weg klapt. Opvallend is verder de plaatsing van de diagonale steunbalk voor het neuswiel. Deze bevindt zich niet zoals bij veel vliegtuigen in de wielkas maar aan de buitenkant van het toestel. De vroege varianten van de Soe-27 hadden één neuswiel, maar de Soe-32, Soe-33 en productievarianten van de Soe-30 hebben twee wielen. De veel zwaardere Soe-32 heeft daarnaast ook twee achterwielen aan elke steunder en een steviger neuswiel dat naar achteren weg klapt.

attachment.jpg
Stuwstraalbesturing op de Soe-30MKI.


Buitenkant van de cockpit. Het infrarood zoeksysteem is goed zichtbaar op de neus van het vliegtuig.
Motoren[bewerken]
De Soe-27 wordt voortgestuwd door twee AL-31Fs ontwikkeld door Archip Ljoel-ka. Deze motor was binnen de Sovjet-Unie de eerste turbofan met naverbrander. De motor is een van de dingen die de Soe-27 in staat stelt onder extreme aanvalshoeken te opereren, er was namelijk bij het ontwerp geëist dat deze onder alle aanvalshoeken zou moeten kunnen draaien zonder af te slaan. Wanneer dit onverhoopt toch mocht gebeuren, beschikte het toestel nog over een back-upsysteem dat in ieder geval de hydraulische en elektrische systemen nog in werking hield. Latere varianten zijn uitgerust met verbeterde versies van deze motoren. Zo beschikken de AL-31FM en -FP varianten over stuwstraalbesturingssystemen. Door Carlo Kopp wordt zelfs gesteld dat de AL-41, ontwikkeld voor Ruslands volgende generatie straaljagers, in de nabije toekomst varianten van de Soe-27 zou kunnen aandrijven.[2] Dit zou het toestel in staat stellen tot supercruising en het daarmee op het gebied van snelheid en acceleratie gelijkwaardig maken aan de Amerikaanse F-22 Raptor.

Bewapening[bewerken]
Alle varianten van de Soe-27 zijn uitgerust met het GSh-301 30 mm boordkanon met 150 kogels dat rechtsachter de cockpit aan de bovenkant van de vleugel zit. Behalve de voor de Soe-27 en MiG-29 ontwikkelde R-27 en R-73 lucht-luchtraketten kunnen beide ook de oudere R-60 raket afvuren. Nieuwere varianten van beide toestellen zijn ook geschikt om de R-77 met actieve radargeleiding af te vuren. Afhankelijk van de variant zijn hiervoor 10 of 12 ophangpunten beschikbaar. Ook heeft het toestel een datalink voor overdracht van tussen toestellen of AWACS-steun (netwerk-centrische oorlogvoering). Alle varianten behalve de initiële Soe-27P zijn verder ook in staat ongeleide bommen en raketten mee te nemen. De Soe-30, Soe-32, Soe-33, Soe-35 en Soe-37 zijn daarnaast in staat verschillende soorten lucht-grondraketten af te vuren. Waar dit bij de Soe-33 beperkt is tot de Kh-41 Moskit antischeepsraket hebben de Soe-30 en Soe-32 een heel arsenaal tot hun beschikking, waaronder de Kh-31 antiradarraket en Kh-59 kruisraket.[3]

Om vijandige vliegtuigen te vinden heeft de Soe-27 een doelzoeksysteem genaamd SUV-27 dat bestaat uit twee delen, het RLPK-27 radarsysteem, en het OEPS-27 infraroodzoeksysteem. Ook beschikt de Soe-27 over een waarschuwingsradar in de staart. Het radarsysteem bestaat uit een radar van het type N-001 Mech (Zwaard) die twee doelen tegelijk kan markeren. De mechanisch gescande antenne van deze radar heeft een diameter van 107,6 cm en kan doelen ter grootte van een straaljager vinden op een afstand van 80 km.[4]

Latere varianten zijn uitgerust met geavanceerdere radars met phased array-antennes. In tegenstelling tot de moderne Amerikaanse radars maken deze wel nog gebruik van passief gescande antennes. De Soe-35, Soe-37 en verschillende varianten van de Soe-30 zijn uitgerust met de N-011M Bars (Panter). Deze radar heeft met 90 cm een kleinere diameter dan de N-001, maar de detectieafstand voor doelen ter grootte van een straaljager is verbeterd naar 90 km.[3] Sinds 2004 is de ontwikkeling van een hybride phased array-radar aan de gang, wat in 2005 geresulteerd heeft in een prototype met de aanduiding Irbis-E (Sneeuwpanter). De fabrikant van deze nieuwe radar claimt dat doelen ter grootte van een straaljager op 350 km afstand te kunnen vinden en doelen met een radarreflectieoppervlakte van 0,01 m² (stealthvliegtuigen) op een afstand van 90 km.

Het OEPS-27 infraroodzoeksysteem kan alleen gebruikt worden op kortere afstanden. Het heeft echter wel als voordeel dat het een passief zoeksysteem is en dus niet door een vijandig toestel opgemerkt kan worden. Het is gekoppeld aan een vizier dat op de helm van de piloot gemonteerd is, zo kan deze doelen markeren door er simpelweg naar te kijken. Bij latere varianten de afstand waarop doelen gedetecteerd kunnen worden verbeterd.

Vergelijking met andere toestellen[bewerken]
De Soe-27 wordt door experts beschouwd als minstens gelijk, maar op sommige punten superieur aan de vliegtuigen van de Amerikaanse teen-serie (F-14, F-15, F-16 en F/A-18).[5] Het toestel is dan ook een van de aanleidingen geweest voor de ontwikkeling van de F-22. De verschillende militaire oefeningen tussen F-15s en varianten van de Soe-27 lijken dit beeld ook te ondersteunen. In 1992 vond een uitwisseling plaats waarbij Soe-27s in de VS een luchtgevecht naspeelden tegen F-15Ds. De Soe-27 wist zijn achtervolger hierbij makkelijk af te schudden, maar andersom lukte dit de F-15 niet.[6] Een jaar later werd dit in Dubai nog eens bevestigd door een Soe-30MK tegen Mirage 2000s. Carlo Kopp stelt in verschillende publicaties zelfs dat de Australische keuze voor de F-35 Lightning II een gevaarlijke zou zijn, omdat dit toestel niet superieur is aan de Flanker-varianten in Zuidoost-Azië.[7][8]

Ontwikkeling[bewerken]
In 1969 hoorde men in de Sovjet-Unie van het bestaan van het Amerikaanse F-X project dat later de F-15 Eagle zou voortbrengen.[9] Omdat de modernste straaljager van dat moment, de MiG-23, tegenover de F-15 hopeloos verouderd zou zijn was een nieuw vliegtuig nodig. Naar een idee van het Centraal onderzoeks- en ontwikkelingsinstituut nummer 30 werd besloten net als de Amerikanen een groot geavanceerd vliegtuig te ontwikkelen en een kleiner vliegtuig dat in groten getale geproduceerd kon worden.[10]

Toen het ministerie van defensie in 1971 officieel vroeg om voorstellen hiervoor in te dienen reageerden drie ontwerpbureaus. Soechoj stelde de T-10 versie A[11] voor als geavanceerd vliegtuig en de T-10 versie B als kleiner vliegtuig, Jakovlev stelde de Jak-47 voor als geavanceerd en Jak-45M als kleiner vliegtuig en Mikojan stelde twee versies van de MiG-29 voor. In 1972 koos de VVS voor de T-10 versie A als geavanceerde straaljager en de MiG-29 voor massaproductie.



In de cockpit van de Soe-27. De MFD zit half verscholen achter een vluchtplan.
In 1973 werden de eisen voor de twee toestellen heroverwogen. Er werd besloten digitale avionica toe te passen en de cockpit moest een multifunctionele display (MFD) en head-up display (HUD) krijgen om de vlieger meer overzicht te geven. Ook werden nieuwe eisen aan de wapensystemen gesteld. De radar moest meerdere frequentiebanden kunnen gebruiken en de toestellen moesten ook een infrarood zoeksysteem krijgen. Tegelijkertijd werden voor de twee toestellen ook nieuwe wapens ontwikkeld. De R-27 en R-73 raketten zijn speciaal voor de Soe-27 en MiG-29 ontwikkeld.

In 1975 begon de bouw van het eerste prototype genaamd T10-1, waarna het op 20 mei 1977 haar eerste vlucht maakte. Hoewel het ontwerp een aantal aerodynamische problemen had maakte het toch 38 succesvolle vluchten waarna het toestel in de jaren 1980 uiteindelijk bij het Centraal luchtvaartmuseum in Monino terecht kwam. Met het tweede prototype, T10-2, liep het minder goed af. De bouw ervan werd in begin 1978 voltooid, maar het toestel stortte op 7 mei van datzelfde jaar neer tijdens tests met het fly-by-wire-systeem. Aan het derde prototype, T10-3, was het eerste toestel dat uitgerust was met een boordkanon en de AL-31F motoren welke later op de productieversies gebruikt zouden worden. Na het voltooien van de tests werd het toestel samen met T10-4 in 1982 aangepast voor proeven met het opstijgen en landen vanaf vliegdekschepen. Hierna volgden nog de prototypes T10-5, T10-6, T10-9, T10-10 en T10-11. Deze waren allemaal ongeveer hetzelfde, met subtiele verschillen aan de vorm van de neus van de toestellen.

Op 15 september 1975 overleed Pavel Soechoj die het project tot dat punt had geleid.[12] Hij werd in 1976 opgevolgd door Mikhail Simonov die na een tijdje constateerde dat het huidige ontwerp niet aan de eisen voldeed. Het vliegtuig was te zwaar, verbruikte te veel brandstof en was ook nog eens niet wendbaar genoeg. Simonov besloot tot rigoureuze maatregelen en gooide een groot deel van de 8 jaar aan onderzoek weg. In de daaropvolgende jaren werden verschillende ontwerpen getest in windtunnels en werd ook gekeken naar de Amerikaanse projecten van de YF-17 Cobra en F-20 Tigershark. Dit resulteerde in 1981 in een nieuwe serie prototypes. De meest opvallende wijzigingen in het ontwerp waren de vleugels. Die waren niet langer afgerond maar hadden een meer conventionele deltavorm met geleidingsrails voor raketten op de vleugelpunten. Door het gebruik van vleugelneuskleppen bleef het toestel zelfs bestuurbaar bij extreme invalshoeken. Hoewel de eerste twee prototypes, T10-7 en T10-12, beide neerstortten waren de overige tests met prototypes zo succesvol dat eind 1982 de preproductie kon starten.
 
Mooi project, volgens mij één van de mooiste hedendaagse toestellen (samen met de Mig-29 en de F-18).
 
Terug
Bovenaan