T
Thierry
Guest
Beste collega’s modelbouwers,
Een tijdje geleden heb ik deze “exotische” kit op een show gekocht: Blitz Kit’s Renault ACG1 (Belgische versie). Dit is een heel mooi gegoten resin model met een halve figuurtje van een Belgische tanker van 1940 om in de toren te plaatsen (dit figuurtje is enkel met de Belgische versie verkrijgbaar). Tot nu toe heb ik enkel kleine bubbels gemerkt die gemakkelijk opgevuld met secondelijm of putty kunnen worden. De kit ziet er vrij gemakkelijk uit voor een resin kit dankzij het tamelijk klein aantal onderdelen. Toch ga ik Friul tracks gebruiken (deze voor de Hotchkiss – ref ATL 68 aangezien deze dezelfde zijn als voor de Renault ACG1) ipv deze die in de doos staan omdat deze volgens mij moeilijk bruikbaar zijn aangezien ze met een haardroger moeten geïnstalleerd zijn… ik heb echt mijn twijfels over die methode…
OK… Dit is dus mijn eerste indruk over de kit maar voordat ik eraan begin hier is een stukje geschiedenis over ons land in het begin van WOII:.
Het Belgische leger in 1940 beschikte over ongeveer 250 gepantserde voertuigen die als “tanks” konden beschouwd worden:
- 200 T13 (3 verschillende types zijn gebouwd geweest): deze waren kleine tankjagers voorzien met een belgische canon van 47 mm en een FN Browning geweer in een half open toren op een Vickers Carden Loyd chassis.
- 42 T15: Deze waren kleine tankjes voorzien met een 13,2 mm Hotchkiss machinegeweer in een gesloten toren op een Vickers Carden Loyd chassis.
- 10 Renault ACG1 voorzien met een belgische canon van 47 mm en een 7,65 mm Hotchkiss machinegeweer in een gesloten toren..
The T15’s waren slecht gepantserd en hadden weinig vuurkracht maar waren vrij snel en theoretisch gezien waren zij gebruikt voor verkenningsopdrachten. De T13’s waren echt efficiënt tegen alle Duitse panzers van die periode dankzij de uitstekende Belgische canon van 47 mm maar waren ook slecht gepantserd en de half open toren liet de Belgische tankers van achter zonder geen enkele bescherming. In werkelijkheid beschikte dus Belgïe in 1940 enkel over 10 “echte” tanks, de 10 Renault ACG1.
In 1936 bestelde Belgïe 25 Renault ACG1 aan Frankrijk voor de Ardense Jagers en voor de cavalerie regimenten. Een werd in 1937 geleverd en getest tijdens manoeuvres van de Ardense Jagers. De Ardense Jagers beoordeelden dat de ACG1 te zwaar was om in de Ardennen te gebruiken en de bestelling van de 7 ACG1 die voor hun waren werd geannuleerd. Het budget werd onmiddellijk gebruikt om T13’s te kopen. De levering van de 17 resterende tanken werd meerdere keren vertraagd wegens technische problemen. Hierom besloot de Belgische regering om de bestelling tot 10 tanken te verminderen. De laatste drie tanken werden pas in augustus 1939 geleverd!!! Aangezien de torens apart besteld waren, waren de 15 overblijvende torens (op de 25 die origineel besteld waren) op vaste bunkers gebruikt, meestal op de Belgische kust. De verschillen tussen de Franse Renault AMC 35 en de Belgische Renault ACG1 zijn kenmerken die men op de toren kan zien (de Belgische toren werd APX2 B genoemd):
- de belgische FRC 47 canon werd in de toren geïnstalleerd ipv de Franse SA 35 47 mm canon
- de belgische 7,65 mm verkorte Hotchkiss machinegeweer (deze werden genomen van de Renault FT 17 die Belgïe gekocht had op het einde van WOI) had de voorkeur op de Franse 7,5 mm Reibel
- het vervangen van het machinegeweer impliceert ook dat de diascoop op de linker kant van de toren moest naar achter verplaatst worden omdat de ronde kogellader van de Hotchkiss maakte het onmogelijk om erdoor te kijken in zijn originele positie.
Toen de oorlog op 1ste september 1939 in Polen uitbrak, werd de Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps in Etterbeek (Brussel) gesticht. Deze bestond uit drie pelotons: één peloton "Staf en diensten” en twee pelotons van vier tanks elk. Het helft van het personeel kwam uit de 2de Lanciers (nederlandstaligen) en het andere helft uit de 1ste Gids (franstaligen).
Toen Duitsland Belgïe binnendrong op 10 mei 1940, werden de twee tanks die in het slechtste staat waren gecannibaliseerd om aan vervangstukken te komen voor de anderen. De acht resterende tanks vochten tegen het Duitse leger tot 28 mei 1940. Enkel drie overleefden de achttiendaagse veldtocht tot 28 mei 1940 toen het Belgisch leger de wapens neerzette.
Het project:
De kit + Friul tracks
Referentie:
STAY TUNED de eerste update met het begin van het bouwen volgt binnenkort…
Thierry
Een tijdje geleden heb ik deze “exotische” kit op een show gekocht: Blitz Kit’s Renault ACG1 (Belgische versie). Dit is een heel mooi gegoten resin model met een halve figuurtje van een Belgische tanker van 1940 om in de toren te plaatsen (dit figuurtje is enkel met de Belgische versie verkrijgbaar). Tot nu toe heb ik enkel kleine bubbels gemerkt die gemakkelijk opgevuld met secondelijm of putty kunnen worden. De kit ziet er vrij gemakkelijk uit voor een resin kit dankzij het tamelijk klein aantal onderdelen. Toch ga ik Friul tracks gebruiken (deze voor de Hotchkiss – ref ATL 68 aangezien deze dezelfde zijn als voor de Renault ACG1) ipv deze die in de doos staan omdat deze volgens mij moeilijk bruikbaar zijn aangezien ze met een haardroger moeten geïnstalleerd zijn… ik heb echt mijn twijfels over die methode…
OK… Dit is dus mijn eerste indruk over de kit maar voordat ik eraan begin hier is een stukje geschiedenis over ons land in het begin van WOII:.
Het Belgische leger in 1940 beschikte over ongeveer 250 gepantserde voertuigen die als “tanks” konden beschouwd worden:
- 200 T13 (3 verschillende types zijn gebouwd geweest): deze waren kleine tankjagers voorzien met een belgische canon van 47 mm en een FN Browning geweer in een half open toren op een Vickers Carden Loyd chassis.
- 42 T15: Deze waren kleine tankjes voorzien met een 13,2 mm Hotchkiss machinegeweer in een gesloten toren op een Vickers Carden Loyd chassis.
- 10 Renault ACG1 voorzien met een belgische canon van 47 mm en een 7,65 mm Hotchkiss machinegeweer in een gesloten toren..
The T15’s waren slecht gepantserd en hadden weinig vuurkracht maar waren vrij snel en theoretisch gezien waren zij gebruikt voor verkenningsopdrachten. De T13’s waren echt efficiënt tegen alle Duitse panzers van die periode dankzij de uitstekende Belgische canon van 47 mm maar waren ook slecht gepantserd en de half open toren liet de Belgische tankers van achter zonder geen enkele bescherming. In werkelijkheid beschikte dus Belgïe in 1940 enkel over 10 “echte” tanks, de 10 Renault ACG1.
In 1936 bestelde Belgïe 25 Renault ACG1 aan Frankrijk voor de Ardense Jagers en voor de cavalerie regimenten. Een werd in 1937 geleverd en getest tijdens manoeuvres van de Ardense Jagers. De Ardense Jagers beoordeelden dat de ACG1 te zwaar was om in de Ardennen te gebruiken en de bestelling van de 7 ACG1 die voor hun waren werd geannuleerd. Het budget werd onmiddellijk gebruikt om T13’s te kopen. De levering van de 17 resterende tanken werd meerdere keren vertraagd wegens technische problemen. Hierom besloot de Belgische regering om de bestelling tot 10 tanken te verminderen. De laatste drie tanken werden pas in augustus 1939 geleverd!!! Aangezien de torens apart besteld waren, waren de 15 overblijvende torens (op de 25 die origineel besteld waren) op vaste bunkers gebruikt, meestal op de Belgische kust. De verschillen tussen de Franse Renault AMC 35 en de Belgische Renault ACG1 zijn kenmerken die men op de toren kan zien (de Belgische toren werd APX2 B genoemd):
- de belgische FRC 47 canon werd in de toren geïnstalleerd ipv de Franse SA 35 47 mm canon
- de belgische 7,65 mm verkorte Hotchkiss machinegeweer (deze werden genomen van de Renault FT 17 die Belgïe gekocht had op het einde van WOI) had de voorkeur op de Franse 7,5 mm Reibel
- het vervangen van het machinegeweer impliceert ook dat de diascoop op de linker kant van de toren moest naar achter verplaatst worden omdat de ronde kogellader van de Hotchkiss maakte het onmogelijk om erdoor te kijken in zijn originele positie.
Toen de oorlog op 1ste september 1939 in Polen uitbrak, werd de Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps in Etterbeek (Brussel) gesticht. Deze bestond uit drie pelotons: één peloton "Staf en diensten” en twee pelotons van vier tanks elk. Het helft van het personeel kwam uit de 2de Lanciers (nederlandstaligen) en het andere helft uit de 1ste Gids (franstaligen).
Toen Duitsland Belgïe binnendrong op 10 mei 1940, werden de twee tanks die in het slechtste staat waren gecannibaliseerd om aan vervangstukken te komen voor de anderen. De acht resterende tanks vochten tegen het Duitse leger tot 28 mei 1940. Enkel drie overleefden de achttiendaagse veldtocht tot 28 mei 1940 toen het Belgisch leger de wapens neerzette.
Het project:
De kit + Friul tracks
Referentie:
STAY TUNED de eerste update met het begin van het bouwen volgt binnenkort…
Thierry