Verder met het verhaal:
Het afwerken van het zeil betekent eigenlijk het volgende:
Het stikken van de zoom en het stikken van de verticale banen. Als je machine het goed doet is dat niet al te veel werk, maar als je naald te plakkerig wordt doordat je door de tape heen naait is het fijn als je dat van tevoren even door hebt en de naald kan schoonmaken op een plezierig plekje. Behalve de zoom zit er in het zeil ook nog een versteviging waar de reeflijntjes (leefknuttels) doorheen komen, waarmee het zeil verkleind kan worden (een rif steken) bij harde wind.
Het grotere werk begint wanneer handmatig het lijkentouw met een festonsteek (dekensteek) moet worden vastgenaaid. Dit touw moet in de hoekpunten een klein lusje hebben om aan de rest van de tuigage te kunnen worden bevestigd. Aan de bovenkant moet het zeil ook aan de gaffel worden vastgezet.
Als al het werk aan het grootzeil gedaan is, kan deze aan de mast en de giek worden bevestigd. Bij de mast gebeurt dat door een aantal lusjes (rakken) die om de mast heen worden geslagen en die voorzien zijn van kleine kraaltjes (rakkekloten) om langs de mast op en neer te kunnen schuiven.
De gaffel komt aan twee touwen te hangen, een bij de klauw die om de mast valt (de klauwval) en de ander draagt de gaffel op twee plaatsen en wordt de piekeval genoemd. Beide vallen heb ik vastgemaakt op de bakboord lier aan de voet van de mast. Samen met de kraanlijn, die de giek omhoog houdt als het zeil naar beneden is. Mamoli maakt een volkomen warboel van de belegpunten van de zeilen. stagen en rondhouten en het heeft heel wat tijd gekost om precies uit te vinden waar alles heen moest.
Als laatste werkje rondom het grootzeil was het maken van de beide bakstagen. De mast wordt wel gestaagd door de twee stagen vlak naast de mast aan het boeisel, maar met halve of ruime wind kunnen deze stagen de kracht naar voren toe niet opvangen. dus is er een stag nodig verder naar het achterschip: de bakstag. Maar deze zit het zeil in de weg als je deze verder buitenboord wil zetten, vandaar dat je deze stagen los kan maken aan de lijzijde omdat daar dan toch geen kracht zit. De bakstagen vormen dus het lopend want.
Met het plaatsen van de grootzeil schoot was het grootzeil als gehesen te beschouwen.
Een probleem was nog wel dat ik het zeil niet mooi vond vallen, dus ik heb met sateprikkers wat spanning in het zeil gebracht en de boel met een kwast water nat gemaakt en een nachtje laten drogen. Het resultaat was iets beter, maar nog niet ideaal. Dus als ik alle zeilen klaar heb probeer ik het eens met een verdunde oplossing van houtlijm en een ventilator die het zeil in de vorm blaast. Mogelijk gaat dat een beter resultaat opleveren.
Voor aan de boeg moest ook nog wat touwwerk worden gedaan.
De boegspriet wordt eigenlijk in 4 richtingen vastgehouden:
In het verticale vlak naar boven in de mast met de kluiverstag en de kraanlijn om hem rechtop te kunnen zetten in een haven en
naar beneden door de waterstag, naar een punt vlak boven de waterlijn.
In het horizontale vlak door de twee boegstagen die worden belegd op de twee lieren aan de zijkant van het voordek. die ook dienen om de zwaarden op te hijsen. Volgens Mamoli kan dat heel anders, maar dat heb ik maar even gelaten voor wat het was...
Volgende keer meer
Gijsbert