Het is bijna zo ergelijk als iets willen vastplakken en dan merken dat je het aan je pincet vastgeplakt hebt, Bert. Maar de stoffer en blik kunnen soms wonderen doen.
We gingen dus panellines washen. Ik wist dat Tamiya daar een handig gamma voor heeft en ik heb dus donkerbruin gekozen. Het zijn dezelfde potjes als voor de lijm, dus zit het penseel er aan vast.
Je raakt de paneellijnen net zolang aan, tot ze volgelopen zijn. Wel zien dat je alles mee hebt. Laat dan even opdrogen.
Met een vod gedoopt in thinner kan je dan over de panelen strijken, zodat je het overtollig spul wegveegt. Soms moet je dit met een penseel doen, je kan niet overal makkelijk bij waar de wash naartoe stroomt.
Deze zou klaar moeten zijn.
Na een beurt met Vallejo matvernis duikt er heel wat rijm op. Je moet het vernis met water verdund zo spaarzaam mogelijk opbrengen, maar dat lukt me niet altijd met vernissen door tipdry.
Hier is de rijm verwijderd door er met een scalpel tegenaan te tikken. Hier en daar duikt dan de glanslaag wel terug op, maar het kan er wel mee door, denk ik. Nu kan ook alle masking van het toestel. Het is gebleken dat een van de ruitjes aan het cargogedeelte gebarsten is, iets dat je soms nog met clearparts kan meemaken, ook al staan ze niet onder druk. Gelukkig is het aan de rand en valt het niet zo op.
Nu zijn de Blackdog cowlings eindelijk op hun plek gezet. Ergens was er nog een camovlek die niet klopte, gelukkig kan je de camo op de cowlings nu nog zeer moeilijk zien.
De helikopter ziet er wel wonderlijk uit zo.
Het zat me niet zo lekker dat mijn .50's de loop van een M2 hadden, terwijl men in helikopters steeds de lichtgewicht AN/M3 installeert.
Ik heb die wel gebruikt voor de Black Widow maar ik had er geen meer over. Wat ik wel nog had, was een restje uit de ouwe B-25 Mitchell set van Eduard. Hier zaten ontvouwingen in van de cooling sleeve rond de loop, maar er was geen volledige loop meer, alleen nog deze drie tussenstukjes waarvan ik nooit snapte wat je ermee aan moest. We gaan dit dus nog eens uitproberen. Je moet de juiste diameter van boor vinden om dit dunne stukje PE rond te buigen.
Op deze foto zie je allerhande wanhopige pogingen om de benodigde stukjes uit te lijnen, we willen natuurlijk geen kromme proppenschieter. Er zijn twee Mastertools buisjes bij komen liggen voor de nieuwe loop en voor de verlengstukken van de cooling sleeve. De buizen passen niet in elkaar, maar er gaat wel een zilverdraad door als je de uiteinden van de kleine buis met een boor van 0.30 een kort stukje openboort.
Resultaat van de oefening, onze loop is tweemaal afgewerkt en heeft een pinnetje om in de bestaande kulas geboord te worden. Op deze loop kan dan nog een vlamdemper geschroefd worden, maar ik denk dat het zo al goed genoeg is.
Nog even de messing buisjes in gun metal en het was zo goed als af. Toch had de hendel aan het onderste schietijzer de opmerking van Bert gehoord en wou zijn kans nog eens wagen. Op miraculeuze wijze had ik die na een paar seconden al opgeraapt van tussen twee vloerstenen.
Ook de ingewikkelde laaddeur moest nog geplaatst worden. Hier zie je de klep die omhoog kantelt en waar Eduard dan nog twee stukjes plaatwerk aan toegevoegd wilde zien. Het heeft toch tien minuten geduurd eer die tegen de zwaartekracht in wilden blijven staan. De oplossing was om twee losse scalpelmesjes er tussen te steken.
De deur moet er dan nog onder. Het valt nu op dat de bovenkant van de klep niet geschilderd is. Dit doe ik met het penseel. Van het grondwerkje onder de helikopter staat de tweede versie nu uit te harden, de eerste was een leerrijke mislukking.