9. In het midden van de jaren '70 liep de Vietnamoorlog tegen z'n eind, galmden Donna Summer en ABBA uit de speakers en werd de kerncentrale Tihange I in Luik te werk gesteld.
In het dorpje Trun in Normandië rolden op een goede ochtend twee levensgrote Citroën Traction Avant zescilinders de fabriek van Heller binnen. De auto's waren door Heller aangeschaft puur voor het kunnen uitvoeren van een prestigeproject: een zo gedetailleerd en kwalitatief hoogstaand mogelijk model maken van een van de meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden uit de recente autogeschiedenis van Frankrijk. En dat op een grootte die tot dan toe het terrein van Pocher was: schaal 1/8.
Heller zag zich verplicht de auto's aan te schaffen, omdat er geen blauwdrukken (meer) bestonden. De auto's werden gedemonteerd en, onderdeel voor onderdeel, geïnventariseerd, opgemeten en getekend. Zesduizend manuren later, waren de tekeningen klaar en konden de mallen worden voorbereid.
Het schitterende resultaat is deze kit, die me nu al telkens verrast door zijn precisie en ambitie. Het is duidelijk dat de ingenieurs van Heller echt iets prachtigs wilden neerzetten en daarmee de modelbouwwereld wilden verrassen. Naar het schijnt, heeft al deze grandeur en de hoge inzet ziende op deze kit, geleid tot het faillissement van het bedrijf een paar jaar later.
10. Met deze achtergrond is te begrijpen, dat Heller zo ver ging in zijn detail, dat het voor de modelbouwer bijzonder lastig wordt (en misschien zelfs ondoenlijk, daar gaan we achter komen) om het model volledig goed af te werken. Dit komt doordat echte onderdelen van de auto anders in elkaar steken dan plastic onderdelen. Die worden immers aan elkaar gelijmd, terwijl echte onderdelen bijvoorbeeld ineen geperst worden of geschroefd aan elkaar worden gezet. Ik wil jullie meenemen op een puzzeltocht, vooral omdat ik dit nergens anders over deze kit heb gelezen, zelfs niet in uitgebreide bouwverslagen op andere fora.
10a. Puzzelen jullie mee?
Op de achtergrond, het dwarsdeel ofwel de 'wieg', waaraan de draagarmen scharnierend vast komen te zitten. De instructies stellen, dat je eerst de twee houders A en B moet vastlijmen aan het dwarsdeel. Even verderop, moet je onderdeel C ertussen wurmen. Dat kan echter niet zonder het dwarsdeel (dat al een elkaar gelijmd zit) te beschadigen. Ik zal de instructies hier dus niet in volgen.
10b. Als je de houders nog niet meteen lijmt, maar wacht totdat de draagarm op z'n plek zit, is er niets aan de hand en past het. Vanaf onderstaande foto: je schuift die draagarm er zo in (de draagarm-delen moeten dan wel naar elkaar toe gedrukt worden).
10c. Het probleem is echter, dat pas daarna de twee helften van een bus om het draagarm-scharnierpunt kunnen worden bevestigd. Zie volgende foto. Deze montage kán niet eerder, behalve als je ook de allereerste stap van de instructies negeert en het dwarsdeel dan nog niet ineen lijmt. Dat wordt, gezien al het hiernavolgende, een heel erg serieuze optie.
Vraag 1: hoe kun je de naden tussen beide bushelften mooi wegwerken? Antwoord: ik denk dat het nog mogelijk is, ook op deze ongemakkelijke positie.
Vraag 2: hoe kun je de verschillende vlakken van het dwarsdeel nog mooi primen en spuiten? Antwoord: ik denk dat overal nog bijgekomen kan worden, maar met ontzettend veel moeite en met hele lage druk. Ik wil immers een zo effen laag verf overal. Polijstwerk is onmogelijk. Waarschijnlijk is dit ook niet per se noodzakelijk, gelukkig.
10d. De onderste fuseekogel moet worden ingeklemd tussen de draagarm en een mini-onderdeeltje. Het moet beweegbaar blijven (met name vanwege het stuurbaar houden). Wanneer lijm ik dat dan vast? Wanneer ga ik het strak maken / primen en schilderen?
10e. Het wordt ingewikkelder wanneer de wielplaat erbij komt. Die bestaat ook weer uit twee onderdeeltjes, die de fusee-steel omklemmen. Bovenaan op de foto ziet de oplettende lezer al de volgende uitdaging opdoemen...
10f. Die uitdaging vormt dit tafereeltje: maar liefst drie scharnierpunten, die elk worden gezekerd door twee helften. 1) de kogel; 2) de twee hoofddelen van de draagarm; en 3) de wielplaat (die tegelijkertijd dus ook de onderste fuseesteel moet behuizen). Oei!
(Op de foto trouwens niet te zien: de 'kraag' van de fuseekogel; belemmerend voor het schoonmaakwerk maar waarschijnlijk niet heel erg)
10g. Ten slotte zit het dwarsdeel natuurlijk gemonteerd aan de monocoque. Er worden vier lange spijlen door het dwarsdeel geregen, die tegen de monocoque worden 'geschroefd'. Ook hier komt echter nog een probleem zoals dat van 10c: twee halve bussen moeten hier nog op een van die spijlen worden gelijmd en dan -eigenlijk- strak gemaakt. Dit is volgens mij onmogelijk als je de volgorde van de instructies aanhoudt.
Edit 1: Die laatste bus kan ik trouwens ook wel op de draaibank maken, nu ik dit zo op een rijtje zet! Dat scheelt al een zorg.
Edit 2: misschien kan ik het dwarsdeel wél alvast in elkaar lijmen en de draagarmen zo aanpassen, dat ze er later ingezet kunnen worden met metalen pinnen of zo. Dat zou de bouw- en schildervolgorde behoorlijk vereenvoudigen!
Edit 3: die 'piramide' op foto 10f kan misschien ook wel afgedraaid worden, ter vervanging van het plastic.
Ik hoor jullie al denken: man, doe nu toch eens een keer normaal en laat die naden gewoon zitten. Niemand die er naar kijkt. Het is de onderkant van de auto! En ja, misschien moet dat 'm wel worden. Maar ik ga echt proberen de naden allemaal (of anders, zoveel mogelijk) weg te werken en dan alles nog netjes te schilderen. Een conclusie die ik nu al wel kan trekken is, dat het schilderwerk pas plaats kan vinden als (bijna) alles op z'n plek zit. Eerst schilderen, zorgt hoe dan ook voor naden.
Totaal bestede bouwtijd: 14 uur.