Hoofdsponsor

1/8 1927 Delage Grand Prix [wip]

Wow, dit is wel van een andere orde dan mijn plastic gefreübel,
dit ga ik eens rustig doornemen de komende dagen.
Super onderwerp ook.
Grt
free
 
Daarna kwam een groot deel van de afmetingen binnen vanuit het museum in Florida, waar de auto staat. Helaas nog geen afmetingen van de motor, nu de motorkap eerst opengemaakt moet worden en er zijn niet veel mensen die daar toestemming voor hebben. Het is, als een van de eerste wereldkampioen-sportwagens van de Grand Prix en het meest originele exemplaar dat er nog is, natuurlijk een museumstuk van onschatbare waarde; als je er toch een waarde aan zou hangen, zou je het hebben over enkele miljoenen. Zo is het te begrijpen dat niet elke medewerker die motorkap er zomaar af mag halen, en dan nog moet je met z'n tweeën zijn.

Dus dat is even wachten nog. Het slechte nieuws is, dat sommige maten die ik doorgegeven heb gekregen totaal niet overeen komen met andere maten en tekeningen waar de literatuur het wel over eens lijkt te zijn. Ik ga daar nog wel een mening over vormen.

Roy gefeliciteerd met je swirl-tool.

Verder dit stukje tekst bevreemde mij.

1-De meest originele
2-De literatuur is het eens.

Mijn eerste ingeving was, meet iedereen wel op dezelfde plaatsen, zo van hart tot hart, of Ik neem aan dat er geen Jan Doedel aan het meten is, Dan is mijn volgende gedachte, welke literatuur, de Europesche en is er Amerikaanse.
Me dunkt, zoals je bouwt en doet doet,met alle respect. Dan moet er ergens tussen 1926 en 2017 er toch een verschil bij, ook anderen, ook opgevallen zijn? tussen gerestaureerd, origineel of replica...of een meting.

Mijn gedachte is zo weinig bewaard, in de literatuur, staat toch wel de auto in Florida beschreven.

Als je gaat bouwen ben ik ook een volger
 
@Marc: welkom terug ;)

@Pascal: het maken van swirls is extreem makkelijk... als je maar het juiste tooltje hebt. Ik neem dus namens het geweldige tooltje het compliment in ontvangst!

@Haddewade: veel personen dan! Er zitten duizenden swirls in dat blok. Tuurlijk bedoelde je dat :D

@Free: het ziet er allemaal mooi uit als het lukt. Bij jou lukt het zeer goed, bij mij valt dat nog even te bezien. Hoewel ik er goed vertrouwen in heb dat het uiteindelijk wel gaat lukken, met behulp van alle informatie die ik schaamteloos van anderen heb gestolen haha

@Aris: ik kan je post beantwoorden door een epistel van tientallen alinea's. Dat ga ik niet doen. Simpel gezegd: ik heb het museum tekeningen gestuurd met precies aangeduid door streepjes én tekst (voor zover het toch nog niet duidelijk zou zijn) naar welke maten ik op zoek ben. Wielbasis spreekt overigens voor zich en is in de VS en EU hetzelfde.

Literatuur is Europees 'want' het is een Franse auto die mee deed aan Europese Grands Prix. Er is geen verschil in chassislengte 1927-2017, dit is het originele niet-aangepaste chassis. Het is chassis #1, dat nooit is verlengd of anderszins veranderd. Chassis #3, de winnende kampioenschapsauto van Robert Benoist, is op een gegeven moment gecrasht. Ze zijn die aan het restaureren. Chassis #2 is nog grotendeels origineel maar er zit een ERA motor ingebouwd. Chassis #4 heeft de juiste motor maar is verder volledig gemoderniseerd. Chassis #5 en #6 zijn gebouwd na 1927 maar #5 is nog wel bruikbaar als referentie. #6 is feitelijk een heel andere auto geworden. Het enige die niet of nauwelijks is veranderd, is #1. Daar is na 1927 ook nauwelijks meer mee geracet, in tegenstelling tot de vijf andere.

Het is mogelijk dat de voorwielen net iets gedraaid stonden of dat het meetlint net niet strak genoeg stond, of dergelijke. Ik heb al veel te danken aan de fantastische medewerkers van het Revs Institute dus ik ga niet vragen 'om nog maar even op te meten, voor de zekerheid'. Jammer dat de auto afgelopen zomer niet op z'n plek stond toen ik zelf in Florida was, anders had ik 'm met alle plezier zelf opgemeten. Het is niet anders.


215. Iemand van wie ik het vermoeden heb dat 'ie in 1964 zelf de auto heeft opgemeten, is Jim Ison. Opmerkelijk genoeg staan online twee tekeningbladen van hem te vinden, aangaande de Delage 15-S-8. Volgens Daniel Cabart (in zijn boek 'Delage Champion du Monde' van dit jaar) bevond de auto zich van 1955 tot 1986 in de collectie van Briggs Cunningham. Jim Ison was een min of meer vermaard professioneel modelbouwer. Ik kan mij voorstellen dat Cunningham hem de gelegenheid heeft gegeven de auto integraal op te meten. Het is mij opgevallen dat deze tekening zeer goed overeen komt met de lijnen van de echte auto; Ik heb voorlopig geen fout kunnen ontdekken. Dit is een foto van het 1/16 model van Ison, destijds was de motorkap van #1 niet meer blauw en radiateur, bij een latere restauratie is dat hersteld:

GQcD2UvrZOs6-CTpasPyePcnKvo1wwFJlkFSBwKRvre1Q=s840.jpg

216. Het was dus mijn hoop, dat de uit Florida verkregen maten overeen zouden komen met wat ik van de tekening zou kunnen opmeten. Voorlopig dus nog niet.

De tekeningen van Ison zijn zeer uitvoerig, met verschillende boven-, zij-, voor- en achteraanzichten, tekeningen van het motorblok en nog meer. Ik heb me inmiddels bezig gehouden met deze tekening. De rechterzijde-tekeningen zijn over elkaar heen gelegd alsook het rechteraanzicht van de motor. Deze zijn alle precies horizontaal geroteerd en over elkaar heen gelegd. Doordat de tekening-onderdelen los van elkaar staan (op verschillende 'lagen') kun je mooi in- en uitfaden. Dat is hier te zien (filmpje duurt 22 seconden):

 
@Kassei, dank je wel. Ik ben blij dat je weer je weg naar het forum hebt gevonden. Eerst een beetje kijken, misschien straks iets eenvoudigs bouwen. Met mijn dochter ben ik nu bezig met een Tie-Fighter-projectje op schaal 1/35, dat is heel makkelijk en in een uur heb je een indrukwekkend kitje staan. Misschien leuk om er weer 's in te komen.

Wat betreft je compliment, het model dat ik hierboven toonde is van Jim Ison en niet van mij, voor de duidelijkheid. Ik heb nog geen begin gemaakt aan de bouw, het zijn tot nu toe allemaal voorbereidingen geweest; toch denk ik dat ik binnenkort ga beginnen. Het gaat heel langzaam maar hopelijk ook heel leuk worden!


217. Intussen ben ik verder gegaan met het uniformeren en 'overlayen' van de tekeningen van Ison. Jammer genoeg blijkt er toch iets niet te kloppen, de spoorbreedte van de tekening van het achteraanzicht klopt niet met de tekening van het zijaanzicht. Zie de horizontale blauwe lijnen tussen de banden:

38351204715_287e759e0d_b.jpg

Dat wordt dus uitzoek- en aanpaswerk. Maar een goede voorbereiding is het halve werk he. Ik ga eerst eens bekijken welke tekeningen het beste kloppen, om te beginnen door te meten of de wielen dezelfde hoogte en lengte hebben.
 
Hey ron,
Voor het vernikkelen:
Je kan perfect uitrekenen hoe dik je laag wordt.
Dit hangt af van je oppervlakte, de spanning die je gebruikt en
de tijd dat je je stuk in de oplossing laat staan.
Ik zou zoals voor verf niet te dik gaan.
Het wordt niet mooier met dikker te zijn enkel meer corrosieresistent en
gezien ik niet denk dat je je model ook buiten gaat parkeren, een maat voor niets.
Ook rekening houden met finale afmetingen en toleranties.
Indien je gaten trekt voor vijzen moeten die ruimer zijn indien je daarna nog gaat vernikkelen.

Om dan te komen tot de swirls.
Ik zou die pas aanbrengen na het vernikkelen.
Eerst het nikkel tot hoogglans polieren en dan met je rubberen tool heel licht draaien.
Ik doe dit procédé op bladgoud en dit is maar enkele micron dik.
Hier gebeurd dit met velours om een wattenprop gewikkeld en natuurlijk manueel.
Ik denk niet dat er echt krassen ontstaan, het is meer de richting van de reflectie veranderen.
Een beetje zoals met je vingers een tekening maken in een natuurleren zetel of in velourstof.

Ik ben heel hard onder de indruk dat je jezelf aan het omscholen bent naar metaaldraaien.
Dit staat ook nog op mijn verlanglijstje, maar dan binnen een jaar of twintig.

En als laatste, die moeilijke bewerking voor de radius te frezen,
Kan je die niet in een langer stuk doen, dan hoef je het maar door te zagen en
Heb je onmiddelijk links en rechts.
Indien de radius bijna een kwart cirkel is en geen elips zou ik gewoon een gat boren in een blok en
deze dan in vier delen zagen. Denk dat dat een makelijkere bewerking is.

Hopelijk heb je er iets aan, ander blijf ik wel zwijgend toezien.

Grt free
 
Dank je wel Free voor het opschrijven van deze beschouwingen.

Wat betreft de vernikkeling, dat ga ik een beetje op gevoel doen omdat ik totaal geen wiskundewonder ben. De dikte van de laag is naar mijn inzicht iets minder van belang, nu er toch swirls 'overheen' komen. Ik ben het wel met je eens, dat er zeker geen dikke nikkellaag overheen moet komen. Maar ook niet te dun, want ik wil absoluut niet het risico lopen dat het messing er doorheen gaat komen. Ook al komen er geen diepe krassen, het tooltje heeft wel degelijk een zekere schurende werking.

@Gaten voor bouten en dergelijke: dat is een goeie, daar ga ik op letten. Het zijn dan de gaten in de busjes die in de kleppendeksels gesoldeerd gaan worden.

@Swirls: worden inderdaad aangebracht na het vernikkelen. Ik had gehoopt dat vernikkeling van de swirls zou werken maar dat blijkt na een testje niet het geval (staat vast wel een foto ergens in het topic). Maar blijkens de kennis die je van dit onderwerp hebt, had je dit zeker zien aankomen. Ik ga bij twijfel of vragen zeker bij je te rade wanneer ik bij het echte vernikkelen aankom, als dat mag.

@Nikkel polieren: daar had ik niet eens over nagedacht, is een optie. Een mogelijke reden om het niet te doen is, dat de swirls dan misschien overmatig zouden blinken. Dat wil ik ten stelligste voorkomen, vanwege schaalwerking. Daartegenover, zal jouw suggestie misschien tot een netter resultaat leiden. Ik ga dit allebei proeftesten om te kijken wat het mooiste resultaat geeft, dank voor de tip!

@Radius-bewerking: ik denk niet dat dat in één stuk kan omdat het best lange blokken zijn. Maar het is wel een ontzettend goed idee en ik ga dit testen. Mocht het passen, ga ik het zo doen. Helaas is het toch een vrij complexe curve die niet met de boor-oplossing kan worden verkregen; maar ik waardeer je vindingrijkheid.

Tot slot, zwijg zeker niet; dit zijn goede tips waar ik iets aan heb.
 
Laatst bewerkt:
Hallo Roy,

Erg knap wat je hier allemaal laat zien. Eens temeer het bewijs dat geduld, volharding en planning onontbeerlijk zijn wil je in deze hobby het gewenste resultaat bereiken.

Bij het lezen van je queeste om de juiste 'tool' voor je swirls te vinden gaan er 2 zaken door mijn hoofd:

- Als ik het goed heb zijn de kleppendeksels van het motorblok bol, en is het oppervlak van de staafjes waarmee je de swirls gaat aanbrengen vlak. Denk je niet dat er daardoor een risico ontstaat dat de swirls op een bol oppervlak maar gedeeltelijk worden aangebracht ? Tenzij de schaal van de swirls zo klein is dat de bolling hier geen rol speelt natuurlijk.

- Zoals je verduidelijkt is het aanbrengen van de swirls door middel van een soort schurend effect van de staafjes. Zou dit op terijn een risico op corrosie kunnen veroorzaken ? Het zou nl zonde zijn indien al dit prachtwerk later ten onder gaan aan corrosie.

Het eerste punt kan je eenvoudig testen, het 2e al wat moeilijker. Maar er zijn misschien mensen die hiermee ervaring hebben en tips kunnen geven. Misschien is een vernislaag een optie ?

Succes met dit project, het is een juweeltje !

Dirk
 
Dank je wel Dirk, en op mijn beurt complimenten voor je avatar-gedaantewisseling :)

Misschien moet ik zelf in plaats van het Heinkel-logo eens het Delage-logo plaatsen in mijn eigen avatar, dat zou wat actueler zijn.

@1: hoe het tooltje reageert op bollingen en dieptes, moet inderdaad nog worden getest. Iets van speling is er wel degelijk, omdat het tooltje van rubber is. Daarom viel aluminium bijvoorbeeld al af als materiaal voor het tooltje. Ik schat in dat, zoals je zelf al zegt, de swirls zo klein zijn dat de bolling in de praktijk nauwelijks een rol speelt. Dat is mogelijk anders bij de omgekeerde curves, met name op de kleppendeksels. Daar zie ik echter ook op het origineel stukjes die niet helemaal zijn meegepakt. Ik hoop dat het het schaal-tooltje hier hetzelfde reageert als de 'echte' swirl-maker.

@2: ik denk dat er sowieso een risico op corrosie is en ben van plan dat tegen te gaan door een paar dunne laagjes satijnvernis aan te brengen. Voordat ik dat doe, zal ik eerst het advies vragen aan beide forumgemeenschappen waar ik van deze bouw verslag doe; een tweede mogelijkheid is namelijk, het blok in te oliën. Zo was het in het echt ook (daar waren de swirls onder andere voor bedoeld.... het beter vasthouden van de olie). Alvorens de satijnvernis toe te passen, zal ik dat ook uittesten om te bezien of de swirls mooi blijven (maar daar ben ik eigenlijk niet heel bang voor).


Straks een update wat betreft de tekeningen... het lijkt erop dat die na intensief bewerken gereed zijn voor gebruik.
 
Vernis is denk ik een risico dat het gaat vergelen in de loop van de jaren, persoonlijk zou ik een hele lichte (kleurloze) olie gebruiken.
 
Vernis zo ik ook afraden eerder zou ik gaan naar olijfolie of simoniz de opblink versie niet de polijst versie he of miragent of mireor om zilver of goud op te poetsen deze houd zilver lang mooi en krast niet
Marc
 
@Mark en @Marc: daar zit wat in, dan zal ik olie gebruiken. Ik zal te zijner tijd eens kijken voor zo dun mogelijke olie. Dank voor jullie advies.



218. Na uren en uren van aanpassen, roteren, vervormen, meten, uitlijnen en verplaatsen heb ik een hanteerbare werktekening. Ik toon die hier niet op volle resolutie, maar als iemand ook interesse heeft deze auto te scratchen mag hij een PM sturen, dan stuur ik normaal gesproken het originele bestand naar hem toe.

Er zijn verschillende lagen in de tekening. De onderste laag wordt gevormd door de verschillende aanzichten van de body.

39216115312_bde47d7092_b.jpg

219. Hier de tweede laag: een aantal dwarsdoorsnedes van de body komt erdoorheen (de eerste drie van de zes tekeningen). Ik kan met een schuifje instellen hoe fel deze laag moet worden weergegeven. In het uiterste geval is de onderlaag in het geheel niet meer te zien.

25377884298_3a968b78ee_b.jpg

220. De derde laag: de motor. Ook deze laag kan ik zacht transparant over de andere twee (of een van de andere twee) heen leggen, maar ook heel sterk.

25377883468_df0eb42ea8_b.jpg

221. Hier bijvoorbeeld de tekening van de voorzijde, met als overlay de motor. De blauwe hulplijntjes zijn hier uitgezet.

39216115572_fb2837f496_b.jpg

222. Daaroverheen kunnen diverse dwarsdoorsnedes van de motor worden geplaatst, waaronder deze (nogal afgebrokkelde, maar nog bruikbare) blauwdruk van de motor.

25377884838_1a82a182dd_b.jpg

223. Ook de motorsteunen vóór en achter kunnen inzichtelijk worden gemaakt. Hier de motorsteun vóór.

25377885408_683abc4317_b.jpg

224. Inmiddels is ook de schaal ingevoerd, zowel in echte millimeters als op schaal. Hier bijvoorbeeld de afmeting bovenin de afbeelding... de afstand tussen de twee kruisjes moet op het model 91,2 millimeter zijn.

25378063808_fc5a734bcf_b.jpg

Ik ben er door deze meetwerkzaamheden achter gekomen dat de de banden niet correct zijn. Ze zijn een stukje te klein en te breed. Het blijkt niet alleen uit de afmetingen van deze tekening (vergeleken met die welke ik heb gekregen én de officiële afmetingen van de band), maar ook uit de foto's (anno nu en anno 1927). Vergelijk de banden:

Delage-1927-1.5-GP-oa-front-900x600.jpg

_1454423022_resized_delage_1500cc_-_grand_prix_de_l_acf.jpg


(Copyright Revs Institute resp. Prewarcar.com, educational and referential purposes only, pictures will be deleted upon first request)
 
Ik zou oppassen met plantaardige oliëen, dat gaat beestjes aantrekken.
Nikel hoef je niet te vernissen noch te oliëen, dit is een redelijk edel metaal, dus weinig corrosiegevoelig.

Geen wiskundewonder - > google is your friend.

grtz free
 
Ik zou oppassen met plantaardige oliëen, dat gaat beestjes aantrekken.
Nikel hoef je niet te vernissen noch te oliëen, dit is een redelijk edel metaal, dus weinig corrosiegevoelig.

Ok dan laat ik 'm zoals hij is.

Geen wiskundewonder - > google is your friend.

Ik ga op Google niet vinden hoe groot het oppervlak van het motorblok van een Delage 15-S-8 op schaal 1/8 is. Als je beoogt te stellen dat het berekenen daarvan makkelijker is dan ik denk, gelieve dit dan iets concreter te maken.
 
225. Helaas zit het niet mee met de voorbereidingen. Met kleine afwijkingen kan ik mentaal prima overweg, maar hier loop ik tegen iets groters aan en ik weet niet hoe het op te lossen:

- De verschillende motor-afbeeldingen op de tekening van Ison komen niet helemaal met elkaar overheen. Op zich valt de afwijking wel mee, maar...
- Ik heb van deze auto welgeteld één blauwdruk en die betreft de voorkant van de motor. Die komt echter niet overeen met de tekening van Ison, de afwijking is ruim 2%. Op een meter betreft dit 2 centimeter, op schaal is dat een kwart centimeter. Dat is echt te veel.
- De blauwdruk lijkt dan weer meer overeen te komen met wat ik van de foto's afleid in de breedte... maar als dat zou kloppen, zou de motor in de lengte nooit in de auto passen.

Het is al met al vreselijk frustrerend, en zo snel raak ik echt niet gefrustreerd in de modelbouw. Ik heb zoveel foto's maar ik kom er gewoon niet uit wat de juiste afmetingen zijn. Die uit de VS bieden mij ook geen zekerheid.

Hier een foto waaruit de blauwdruk het lijkt te 'winnen' van de tekening van Ison... wat dus eigenlijk niet kan. Het gele lijntje betreft de blauwdruk, het groene lijntje de tekening van Ison.

24406749947_2d832cc969_b.jpg

De mogelijkheid bestaat dat de blauwdruk niet correct is, maar dat lijkt me zo verschrikkelijk onwaarschijnlijk... en anders zitten er structurele fouten in de tekeningen van Jim Ison. Nogmaals, ook dat zie ik niet zo 1, 2, 3 voor me want de tekening lijkt accuraat.

Ik heb een mail gestuurd naar de eigenaar van chassis #3, in mijn netste Frans, en hoop van hem gelegenheid te krijgen het motorblok op te meten. Je weet maar nooit... ik rij er graag heen en weer voor naar Frankrijk. Als ik daar geen toestemming krijg, vraag ik de curator van Brooklands museum om toestemming het blok van chassis #2 op te meten, dan vlieg ik wel naar Londen. Als beide niet lukt, wacht ik met de bouw tot ik de volgende keer in Florida ben en zelf het blok kan opmeten; ik zeg niet dat de maten die ik heb gekregen niet kloppen, maar sommige afmetingen zijn nu eenmaal moeilijk op te nemen.

Helaas dus voorlopig wederom een pauze in dit project, tenzij ik op andere wijze uitsluitsel vind.
 
De tijd gaat snel als je geconcentreerd bezig bent. Hoe lang ik dacht bezig te zijn vanaf mijn vorige post... 2 uur misschien, hooguit 2 en een half uur. Maar het blijkt 3 uur en 3 kwartier! Fijn ;)

Even flink wat leesvoer voor de echte liefhebbers, de gelegenheidslezers wordt aangeraden door te spoelen naar paragraaf 227.


226. In de genoemde tijd heb ik een scan gemaakt uit een boek uit 1949, de eerste (en beste, want onverkorte) druk van 'The Grand Prix Car' van Laurence Pomeroy. Daarin staan tekeningen van L.C. Creswell. Laatstgenoemde heeft de Delage in 1942 getekend; ik weet niet welk chassis.

Al meteen vallen grote verschillen op met de tekening van Ison, zoals de flink schuin aflopende motorkap en de afgeronde vorm bij Creswell. Dat klopt niet. Online is ook ergens een tekening van Creswell te vinden met opengewerkte motorruimte; die verschilt weer iets qua belijning dan zijn tekeningen in het boek van Pomeroy.

De tekeningen van Creswell bleken, na vergelijking met referentiefoto's, niet te kloppen.

Toen vond ik in mijn tekeningenmap een in januari van dit jaar door mijzelf eigenlijk als niet bruikbaar bestempelde tekening... niet bruikbaar, omdat die niet overeen kwam met de blauwdruk. Het betreft een stukje zijkant van de motor.

Ten einde raad ben ik die tekening ook maar gaan implementeren als layer in Gimp. Opmerkelijk genoeg bleken de hoogtes van onderkant blok, bovenkant blok én krukas hier goed overeen te komen met de tekening van Ison. Dat was zeer opvallend en enigszins hoopgevend.

De weergave van de compressor bleek echter totaal niet overeen te komen, die van de 'verloren' tekening was veel te groot. Of...?

Eens kijken naar referentiefoto's van chassis #3, waaruit bleek dat de tekening van Ison daar echt niet kon kloppen (zie paragraaf 227). Wat nu als Ison dat deel van de motor niet goed heeft kunnen opmeten / bestuderen? Een indicatie daartoe wordt verder gevormd door het aantal boutjes voorop de compressor. Ik kan die tellen omdat chassis #3 ze inmiddels, na het ongeluk, toont. En van chassis #1 heb ik (helaas niet voor publicatie vatbare) foto's van tijdens de restauratie. Maar Ison kon die boutjes niet tellen omdat ze voor hem uit het zicht waren. Hij gokt dat het er 12 zijn, terwijl het er in werkelijkheid 16 zijn. Elders geven de tekeningen van Ison blijk van getrouwheid wat aantallen boutjes betreft.

Dat kon dus de discrepantie met dat deel van de tekening van Ison verklaren. Maar dan nog, waarom zou deze 'verloren' tekening betere informatie bevatten dan een echte blauwdruk? En toen realiseerde ik me plots dat ik een deel van die blauwdruk in het boek uit 1949 had gezien... en dat het boek de opmerking bevat, dat 'de tekeningen' afkomstig zijn van Creswell. Dus naar alle waarschijnlijkheid ook de tekening waarvan ik tot deze nacht dacht dat het een blauwdruk was.

Ik had beter moeten luisteren naar Daniel Cabart, deskundige op het gebied van deze auto's en auteur van het boek 'Delage Champion du Monde', die me duidelijk zei dat er geen blauwdrukken van deze auto meer bestaan...

Hoe dan ook, ik ben een heel stuk dichter bij huis.

227. Genoeg tekst (ook voor mijn eigen herinnering), tijd voor wat plaatjes.

Zie dat de compressor op de tekening van Ison kleiner is, ongeveer even groot in diameter als de verhoging voor het kleppendeksel.

27496897859_ccccaeb1e1_b.jpg

228. Dat blijkt in het echt niet zo te zijn. Ziehier het grote verschil in diameter (chassis #3):

39273175421_3c69a027ab_b.jpg

229. Op de volgende foto lijkt het diameterverschil natuurlijk groter dan het in werkelijkheid is, maar uit de foto blijkt wel dat de compressor haast een profiel raakt dat op dezelfde hoogte ligt als het chassis. Dat blijkt dan weer overeen te komen met een andere tekening... we komen dichterbij de oplossing! Ook weer chassis #3:

25406324158_362f0d85c1_b.jpg

230. Mijn voorlopige conclusie: Jim Ison heeft de motor in grote lijnen goed getekend, behalve wat betreft de compressor; die zou lager en groter moeten. Hij heeft die waarschijnlijk niet goed opgemeten omdat die nu eenmaal niet goed op te meten valt als de auto volledig in elkaar zit.

Wat ik tot heden als blauwdruk of officiële tekening zag, zal ik slechts deels gebruiken. Deze tekening te vergelijken met de andere, lijkt het motorblok wel een ingezakte pudding: veel te laag. Voor de duidelijkheid, de 'voormalige blauwdruk' staat links. De 'verloren tekening' staat rechts.

Hier heb ik de onderzijde van de motor en de krukas gelijk gesteld aan die van de tekeningen van Ison en de 'verloren' tekening. Zoals te zien, komen de kleppendeksels lang niet hoog genoeg. Ik had dit vermoeden gisteren al, vanwege het uitermate slanke karakter van de motor volgens Ison, maar ik kon er -zelfs na vergelijking met foto's- geen bewijs voor vinden. Ook al heb je nog zoveel referentiefoto's, het is een crime om daar -zonder afmetingen- een oordeel aan te proberen te ontleden wat betreft betrouwbaarheid van een tekening; op duidelijke verschillen op klein oppervlak na, zoals hierboven aangetoond met de compressor.

27497205919_0bfd17a0a7_b.jpg

231. Zo ziet de compressor er normaal gesproken uit... ga dat inderdaad maar eens nauwkeurig opmeten:

39273473631_37594996cc_b.jpg

24411273097_2ed0fea509_b.jpg
 
Gellukkig heb je die andere tekening gevonden,
het is precies niet evident om dit allemaal bijeen te puzzelen.
Veel sterkte.
Op het moment dat je enig vast idee hebt van de uiteindelijke
afmetingen wil ik met veel plezier voor jou de oppervlakte uitrekenen.
Grt free
 
@Free: inderdaad, gelukkig had ik dat zijaanzicht van de motor gevonden in m'n map; die had ik overigens niet gehad als ik me voor deze bouw niet uitgebreid bezig had gehouden met de Fiat 806. Nu ik er bij nadenk, is dat best een opmerkelijk verhaal.

In het kader van mijn (zeer) uitgebreide research-werkzaamheden omtrent de Fiat 806, had ik contact met Sébastien Faurès, schrijver van het boek 'Fiat en Grand Prix'; die wist me weer te introduceren bij Daniel Cabart, dé kenner van de Delage 15-S-8; Cabart wist mij toegang te verschaffen tot de stand van Delage tijdens Retromobile (anders had ik nooit al die foto's en filmpjes kunnen maken), nu hij eindverantwoordelijk was voor die stand. Cabart gaf me nadien ook de tip van het boek van Pomeroy. Zonder dat boek was ik er nooit achter gekomen dat wat ik dacht dat een blauwdruk was, in werkelijkheid geen blauwdruk is. Naast dat hij me tijdens Retromobile al zei, dat er geen blauwdrukken van de auto meer bestaan. :$

Van Faurès kreeg ik eerder die zijaanzicht-tekening, die alleen gepubliceerd is in een nieuwsbrief (!) van de Club Amis Delage. Het is dus eigenlijk een insider-ding, dat zelfs niet in het boek van Cabart terecht is gekomen als ik het me goed herinner; en in elk geval niet zo in detail.

Je zou dus kunnen zeggen, dat ik al met al behoorlijk geluk heb gehad en op precies het juiste moment (enkele weken vóór Retromobile) de juiste mensen leerde kennen. Een beetje tegenslag, zoals in de vorige posts beschreven, is dan ook nog wel te behappen.


232. Ik had een zeldzaam helder moment. De zijaanzicht-tekening van de motor bevat de compressor, de tandwielkast en één cilinder. Wat als ik nu dat cilinder-gedeelte zeven keer kopieer... dan heb ik er acht. Ik heb ze zo dicht mogelijk tegen elkaar aan gezet. Dan nog is het blok een stuk langer dan de tekening van Ison doet geloven. Dit komt overeen met mijn gevoelsmatige interpretatie van de foto's. Ook kan de afstand tussen de beide kleppendeksel-uiteinden iets groter worden, zoals de tekening van Cresswell én de foto met de lijntjes (paragraaf 225) suggereert. Enig probleempunt hiermee is, dat ik zou verwachten dat Ison het blok goed heeft kunnen opmeten. Het is allemaal een beetje vreemd. Totdat ik de echte maten heb, is niets met zekerheid te zeggen.

Hoe dan ook, ik ben erachter gekomen dat de compressor in de tekening van Ison sowieso wat te ver naar achteren staat. Kijk maar naar deze foto:

39279027662_21434183af_b.jpg

Hier heb ik precies (toevallig) de beide voorwielen op één lijn gefotografeerd, waarbij blijkt dat de compressor ongeveer 1/4 uitsteekt voor het middelpunt van de vooras. Dat komt hoe dan ook niet overeen met de tekening van Jim Ison, die plaatst de voorzijde van de compressor nét over dat middelpunt. Ik heb het hele blok dus wat naar voren gehaald. Op deze animatie is het verschil goed te zien. De cilinder-doorsnede (met laag hangende compressor) is de 'vergeten tekening', de vetgedrukte versie is die van Ison.

 
Zowel de foto als de dunne lijn tekening zijn voor mij overtuigend genoeg dat dat de juiste weergave/verhouding is t.a.v. de compressor.
Voor wat betreft de cilinders, als ik het goed zie zit er tussen cilinder 4 en 5 meer ruimte dan tussen de rest.
Dat komt vermoed ik door een krukaslager wie daar tussen cil 4 en 5 zit.
 
Terug
Bovenaan