De tijd gaat snel als je geconcentreerd bezig bent. Hoe lang ik dacht bezig te zijn vanaf mijn vorige post... 2 uur misschien, hooguit 2 en een half uur. Maar het blijkt 3 uur en 3 kwartier! Fijn
Even flink wat leesvoer voor de echte liefhebbers, de gelegenheidslezers wordt aangeraden door te spoelen naar paragraaf 227.
226. In de genoemde tijd heb ik een scan gemaakt uit een boek uit 1949, de eerste (en beste, want onverkorte) druk van 'The Grand Prix Car' van Laurence Pomeroy. Daarin staan tekeningen van L.C. Creswell. Laatstgenoemde heeft de Delage in 1942 getekend; ik weet niet welk chassis.
Al meteen vallen grote verschillen op met de tekening van Ison, zoals de flink schuin aflopende motorkap en de afgeronde vorm bij Creswell. Dat klopt niet. Online is ook ergens een tekening van Creswell te vinden met opengewerkte motorruimte; die verschilt weer iets qua belijning dan zijn tekeningen in het boek van Pomeroy.
De tekeningen van Creswell bleken, na vergelijking met referentiefoto's, niet te kloppen.
Toen vond ik in mijn tekeningenmap een in januari van dit jaar door mijzelf eigenlijk als niet bruikbaar bestempelde tekening... niet bruikbaar, omdat die niet overeen kwam met de blauwdruk. Het betreft een stukje zijkant van de motor.
Ten einde raad ben ik die tekening ook maar gaan implementeren als layer in Gimp. Opmerkelijk genoeg bleken de hoogtes van onderkant blok, bovenkant blok én krukas hier goed overeen te komen met de tekening van Ison. Dat was zeer opvallend en enigszins hoopgevend.
De weergave van de compressor bleek echter totaal niet overeen te komen, die van de 'verloren' tekening was veel te groot. Of...?
Eens kijken naar referentiefoto's van chassis #3, waaruit bleek dat de tekening van Ison daar echt niet kon kloppen (zie paragraaf 227). Wat nu als Ison dat deel van de motor niet goed heeft kunnen opmeten / bestuderen? Een indicatie daartoe wordt verder gevormd door het aantal boutjes voorop de compressor. Ik kan die tellen omdat chassis #3 ze inmiddels, na het ongeluk, toont. En van chassis #1 heb ik (helaas niet voor publicatie vatbare) foto's van tijdens de restauratie. Maar Ison kon die boutjes niet tellen omdat ze voor hem uit het zicht waren. Hij gokt dat het er 12 zijn, terwijl het er in werkelijkheid 16 zijn. Elders geven de tekeningen van Ison blijk van getrouwheid wat aantallen boutjes betreft.
Dat kon dus de discrepantie met dat deel van de tekening van Ison verklaren. Maar dan nog, waarom zou deze 'verloren' tekening betere informatie bevatten dan een echte blauwdruk? En
toen realiseerde ik me plots dat ik een deel van die blauwdruk in het boek uit 1949 had gezien... en dat het boek de opmerking bevat, dat 'de tekeningen' afkomstig zijn van Creswell. Dus naar alle waarschijnlijkheid ook de tekening waarvan ik tot deze nacht dacht dat het een blauwdruk was.
Ik had beter moeten luisteren naar Daniel Cabart, deskundige op het gebied van deze auto's en auteur van het boek 'Delage Champion du Monde', die me duidelijk zei dat er geen blauwdrukken van deze auto meer bestaan...
Hoe dan ook, ik ben een heel stuk dichter bij huis.
227. Genoeg tekst (ook voor mijn eigen herinnering), tijd voor wat plaatjes.
Zie dat de compressor op de tekening van Ison kleiner is, ongeveer even groot in diameter als de verhoging voor het kleppendeksel.
228. Dat blijkt in het echt niet zo te zijn. Ziehier het grote verschil in diameter (chassis #3):
229. Op de volgende foto lijkt het diameterverschil natuurlijk groter dan het in werkelijkheid is, maar uit de foto blijkt wel dat de compressor haast een profiel raakt dat op dezelfde hoogte ligt als het chassis. Dat blijkt dan weer overeen te komen met een andere tekening... we komen dichterbij de oplossing! Ook weer chassis #3:
230. Mijn voorlopige conclusie: Jim Ison heeft de motor in grote lijnen goed getekend, behalve wat betreft de compressor; die zou lager en groter moeten. Hij heeft die waarschijnlijk niet goed opgemeten omdat die nu eenmaal niet goed op te meten valt als de auto volledig in elkaar zit.
Wat ik tot heden als blauwdruk of officiële tekening zag, zal ik slechts deels gebruiken. Deze tekening te vergelijken met de andere, lijkt het motorblok wel een ingezakte pudding: veel te laag. Voor de duidelijkheid, de 'voormalige blauwdruk' staat links. De 'verloren tekening' staat rechts.
Hier heb ik de onderzijde van de motor en de krukas gelijk gesteld aan die van de tekeningen van Ison en de 'verloren' tekening. Zoals te zien, komen de kleppendeksels lang niet hoog genoeg. Ik had dit vermoeden gisteren al, vanwege het uitermate slanke karakter van de motor volgens Ison, maar ik kon er -zelfs na vergelijking met foto's- geen bewijs voor vinden. Ook al heb je nog zoveel referentiefoto's, het is een crime om daar -zonder afmetingen- een oordeel aan te proberen te ontleden wat betreft betrouwbaarheid van een tekening; op duidelijke verschillen op klein oppervlak na, zoals hierboven aangetoond met de compressor.
231. Zo ziet de compressor er normaal gesproken uit... ga dat inderdaad maar eens nauwkeurig opmeten: