@Patje: inderdaad, maar ik moet zeggen dat toen ze het model vanochtend zag met de uitgebreide dryfit hieronder en met de aanvullende verwering, ze het toch wel beter vond.
@Cedric: goed te zien dat je het topic ook echt
leest zo'n grapje tussendoor wordt vaak overheen gelezen. Tsja en wat de 1 april-grap betreft, die werd hier thuis ook als irritant ervaren. Typisch zoiets dat je aan het denken zet en dat als je te horen krijgt dat het een grapje is, je denkt 'hoe kon ik daar nu ook maar één moment in geloven"...
En merci voor de complimenten over de build!
@Marc: dank je wel voor deze nuttige toevoeging en inzicht van hoe het in de jaren '50 en '60 eraan toe ging. Op de enige foto die ik van de onderkant van een BMW 507 heb (
deze) is die dan toevallig donker. Maar het komt doordat het een zwarte uitvoering is; heb ik weer. Op andere foto's lijkt de bodykleur ook onderaan te zijn gebruikt al kan ik het nergens met zekerheid zeggen. Maar ook Revell, die de onderkant bijzonder precies heeft gedetailleerd en wier ingenieurs de onderkant van een echte 507 dus wel zullen hebben gezien, geeft in haar instructies aan dat de bodykleur ook de kleur van de onderkant is. Samen met jouw weergave hierboven kan het ook bijna niet anders dan dat het zo klopt.
142. Met een viertal olieverfjes wordt de onderkant van olie- vet- en smeersporen voorzien.
143. De motorsteunrubbers krijgen een rubberachtige kleur.
144. De smeerverwering is, in eerste laag althans, gedaan. Ik baseer me op referentiefoto's. Onder andere onder de leidingen van de rembekrachtigers is het een beetje extra vuil. Nooit te veel doen, want dat komt niet realistisch over.
145. En dan weer een laagje Tamiya buff eroverheen (normaal gesproken moet je de olieverf een paar dagen laten drogen, hier maakt het allemaal niet uit omdat het toch maar verwering betreft; bovendien is de buff-laag minimaal van substantie). Niet meer dan een paar zuchtjes van de airbrush, op ongeveer 30 centimeter van het model gehouden. Deze airbrushsessie duurt ongeveer 15 seconden en heeft enkel als doel het 'donkere vuil' een dun laagje vers stof te geven. In een later stadium krijgen bepaalde delen nog een minimaal laagje 'donker vuil'.
146. Alvorens de versnellingsbak aan de motor te verlijmen, eerst een dryfit met de cardanas.
147. De bak wordt aan de motor verlijmd, het geheel wordt in de motorsteunen gelijmd en tegen de onderkant van de tunnel en de bak wordt verweerd met wat olieverfjes.
148. En dan ten slotte... meestal is dryfitten een noodzakelijk kwaad. Maar naar de volgende dryfit had ik flink uitgekeken. Hoe verhoudt al het bodemwerk zich tot elkaar, past het allemaal en moet ik ergens rekening mee houden? Alles wordt uit de sprues geknipt en langzaam maar zeker opgebouwd. Ik moet zeggen dat Revell dit meesterlijk heeft gedaan, alles past uitstekend. Erg knap dat men dit in 1991 zo precies kon doen, en dan van Revell... ik denk dat er met bovengemiddelde aandacht aan deze kit is gewerkt toen.
Natuurlijk zijn er hier en daar wel wat aandachtspunten. Bepaalde bevestigingsgaatjes moeten iets worden uitgehold (de dikke verf van Faskolor heeft hier een iets te dik laagje veroorzaakt) en de bevestigingsvolgorde kan beter worden aangepast. Maar wat een goede pasvorm allemaal! Voor de volgende foto's, die ik heb genomen met de bureaulamp uit (dus redelijk realistische kleurweergave), is geen enkele blu-tack of iets dergelijks gebruikt. Alles zit los in- en op elkaar. Zo'n 8 onderdeeltjes zijn niet gebruikt, omdat ze niet van belang waren en ze niet makkelijk in positie bleven. De achteras hangt een beetje te laag omdat de schokbrekers en steunen niet zijn geplaatst.
Totaal bestede tijd: 34 uur.