@Swa: merci, je commentaar waardeer ik steeds.
@Filip: goed om te lezen
LEESWAARSCHUWING: het onderstaande is niet voor iedereen geschikt. Wie niet in theoretische beslommeringen geïnteresseerd is, raad ik aan om door te zappen naar foto 203. Gij zijt gewaarschuwd
Verwering en belichting op schaal 1/72
200. Zoals gezegd, deze verhandeling zal niet iedereen kunnen boeien. Het is een nogal theoretische bespreking van verweringstechnieken en belichting / schaduwen op een kleine schaal.
Een aantal uitgangspunten:
1) De technieken die modelbouwers veelal onder 'verwering' of 'weathering' scharen, deel ik zelf in tweeën in: 'verwering' enerzijds en 'lighting' anderzijds.
2) Een pinwash is, naar mijn idee, bedoeld voor het maken van kunstmatige schaduwen en behoort dus tot de lighting.
3) Met olieverf of een filter oplichten en verduisteren van oppervlaktes, en color modulation, behoren eveneens tot lighting.
4) Alle andere technieken behoren tot verwering.
Nogmaals, allemaal volgens mijn methodologie, zodat jullie kunnen volgen wat ik hieronder uiteenzet.
Ik gebruik de volgende technieken (en dan ook min of meer in deze volgorde), waarvan ik hieronder aangeef of ze naar mijn idee van toepassing zijn op schaal 1/72.
(voor decals)
- Color modulation.
- Filters.
(na decals)
- Pinwash.*
- Outlining.*
- Schaduwen en diepte (olieverf).
- Kleuraccenten en helderheid (olieverf).
- Verbleking en verkleuring (olieverf).
- Chipping met penseel (acryl).
- Chipping met spons (acryl).
- Chipping met drybrush (acryl).
- Chipping met penseel (acryl).
- Streaking grime (enamel).
- Oude regensporen (enamel).
- Rust streaks (enamel).
- Gecumuleerde roest (enamel wash of enamel).
- Grote roestoppervlaktes.
- Bewerking van rupsbanden (acryl, enamel, blackn-it).
- Gecumuleerd vuil (enamel).
- Staining (acryl).
- Olie en brandstof oud (enamel).
- Stof (enamel en Tamiya).
- Modder (enamel, pigmenten etc.).
- Olie en brandstof recent (enamel).
- Vogelpoep.
- Metaalgrafiet / metaalpigmenten / metaal overig.
- Blaadjes, takjes etc.
- Verse regensporen (enamel).
* niet te gebruiken op kleine schaal zoals 1/72.
Hierbij staan dus niet preshading en postshading, omdat ik het gebruik die technieken persoonlijk totaal niet begrijp. Vergelijk foto's van een gepre- of gepostshade model met een echt exemplaar en je zult zien dat de preshading nergens op gebaseerd is. Panel lines van een vliegtuig liggen in werkelijkheid tegen elkaar aan Een wash in panel lines is dan vaak al wat te ruw, maar geeft wel een miniatuurversie van de werkelijkheid weer. Maar preshading, waar het lijkt alsof de panelen in een V-vorm tegen elkaar staan, is voor zover ik kan overzien werkelijk onrealistisch. En nee, het midden van panelen wordt in het echte leven
niet opgelicht.
Zie als voorbeeld deze tekeningen, zijaanzichten van panelen:
De bovenste tekening: bij een 1:1-exemplaar staan de panelen dicht bij elkaar. Je ziet vaak wel een heel dun naadje, maar dat is minimaal.
Hier bijv. bij een collega van de Dornier 17 goed te zien, de Junkers 88; let op de minimale ruimtes tussen de panelen.
Op de tweede tekening hierboven te zien, is hoe bijv. Airfix de panel lines heeft gemaakt. Dat vind ik zelf erg jammer aan de kit en ik weet nog niet hoe ik dat ga oplossen. In Airfix magazine van eind 2014 staat een bouwverslag te lezen en die Dornier had een zwarte wash gekregen over de volledige panel lines... mijns inziens de perfecte methode als je je model op een stuk speelgoed wilt laten lijken.
Hier een schematische weergave van wat preshading of postshading (indien aangebracht over de panellines) doet:
Dit is dusdanig in strijd met de realiteit, dat ik mij afvraag waarom zo veel modelbouwers dit toepassen. Om een aantrekkelijker beeld te maken? Daar zijn verschillende andere technieken voor, met name met olieverf, die weliswaar meer tijd kosten maar ook een betere weergave van de realiteit neerzetten.
Overigens, kan een preshading die over het gehele oppervlak is aangebracht (=na het primen een volledige laag zwart spuiten) wél het beoogde effect sorteren; maar dat is een andere methode dan die ik hierboven besprak.
Wash
201. Terug naar de wash; ik kreeg de vraag waarom ik geen wash toepaste op dit model. In werkelijkheid heb ik bepaalde delen wel degelijk een wash gegeven, maar inderdaad zijn dat maar uitzonderingen.
Waarom ik geen wash toepas, wordt duidelijk uit de volgende tekening (in het vierkantje getiteld 'pinwash').
Te zien is een klinknagel. Als daar in schaal 1/32 een wash over wordt gelegd, krijg je een mooie kleine schaduw die klopt op de schaal. Doe je dat op schaal 1/72, dan krijg je dezelfde breedte schaduw, alleen dan over een veel kleinere klinknagel. Zou je het op schaal 1/350 doen, dan zou je een driemaal zo grote schaduw krijgen als de klinknagel groot is.
Conclusie: ofwel ik plaats in schaal 1/72 een wash en ik haal hem daarna voor de helft weer weg met een penseel (wat veel moeite kost en bovendien geen nauwkeurige methode is), ofwel ik gebruik andere methoden om schaduwen aan te geven, zoals drybrush. Dat is dan weer een methode die ik bij grotere schalen niet meer gebruik, omdat ik de methode verouderd vind; maar voor deze kleine schaal is 'ie ideaal.
Lighting
202. Bij deze bouw zal ik vooral schaduwen en diepte, kleuraccenten, verbleking en verkleuring, chipping met drybrush en penseel, streaking grime, staining, olie en brandstof, stof en metaal gaan gebruiken. De overige technieken vind ik hier minder geschikt, nu het om een gloednieuw vliegtuig gaat, de body vooral van aluminium was en dus niet aan roest onderhevig was, een aantal andere technieken vooral op rupsvoertuigen gericht is.
De landingsgestelhuizen krijgen vooral schaduwwerking. Zie de vorige tekening nogmaals. De zonnestralen weerkaatsen (enigszins diffuus) op het gras of de landingsbaan, zodat de binnenzijdes van de nacelles nog wel te zien zijn hoewel er geen direct zonlicht op valt. Zie de tekening voor een weergave van hoe de zonnestralen (groen) nog iets van belichting kunnen brengen. De zwarte strepen tonen de plekken waar het moeilijkst licht komt.
Ik zal echter de belichting anders doen: in plaats van enkel kunstmatige schaduwen, breng ik ook kunstmatige belichting aan (met olieverf shadow brown resp. wit). Normaal gesproken staat het vliegtuig in een diorama en kan niemand de binnenzijde van de nacelles zien, met geen mogelijkheid. Ik zal het vliegtuig echter niet aan de basis bevestigen, zodat het kan worden omgekeerd en de bommenrekken + nacelles + landingsgestel goed kunnen worden bekeken. Ik doe dat dan met als fictie dat de zonnestralen
rechtstreeks in die nacelles en in het bommenruim vallen. Zo blijft het realisme virtueel gehandhaafd.
Een en ander heeft me, zoals te lezen, wel aan het denken gezet en dit heeft ertoe geleid dat ik het besluit heb genomen nog wat extra cockpitdetaillering te doen (met name op het gebied van de belichting).
203. Drie olieverfjes; uiteindelijk zou ik enkel de witte en de schaduwbruine gebruiken.
204. Hier heeft het platform van de linker versie een transparant laagje wit gekregen, alsof de zon erop schijnt.
205. De klinknagels en andere details kregen een drybrush schaduwbruin olieverf van boven naar beneden, daarna een drybrush wit van beneden naar boven. De resten zijn grotendeels weggewerkt, maar niet helemaal om toch een klein tikkeltje vervuiling te krijgen.
206. Dit is dan het bereikte effect. Links het onbewerkte onderdeel, rechts het bewerkte. Ook hier drybrush donkerbruin (van boven naar beneden) resp. wit (van onder naar boven). Het is een nuanceverschil, maar toch echt een verschil. Op deze manier kloppen de schaduwen naar mijn idee wel heel aardig. Bovendien is er een aanvaardbare vervuiling; het teveel haal ik weg.
207. De hele nacelle werd op deze wijze bewerkt, waarbij de onderdelen die licht zouden krijgen wit toegediend kregen, en de onderdelen in schaduwen een laagje bruin.
208. Minimale chipping op een soort drybrush-manier.
209. Ook aan de andere zijde en heel klein beetje chipping.
Totaal bestede tijd: 78 uren.