Hoofdsponsor

1/8 1927 Delage Grand Prix [wip]

Ik heb helaas momenteel niet de gelegenheid om op alle (interessante!) posts in te gaan. Ik zal deze kwestie wellicht bespreken met de medewerkers van Rev's.

Voor mij is het belangrijkste om te weten of het swirls waren of 'butsen', plastisch gezegd. Want het is of het een, of het ander. Met een tikkende, niet-roterende, beweging krijg je niet die swirls.

Omdat het gegoten staal betreft, zie ik ook wel iets in de gedachte van Silenoz dat de swirls werden gebruikt om scheurtjes in het staal te spotten.

Nog een mogelijkheid is, dat het toen gewoon in de mode was. Ik lees in het boek van Gerald Wingrove, The Complete Car Modeller 2, op pagina 58 waar enkel twee platen op het motorblok van een Bugatti Royale 'swirls' krijgen:

"It will be noted that these panels are provided with what is called an engine-turned finish, that is, the surface is covered by small circular markings. This is a typical finish for the larger engineered automobile parts of this period."

Ik interpreteer de heer Wingrove zo, dat dit soort afwerkingen de mode van de tijd was. Voor mode hoeft lang niet altijd een reden te zijn. Bijvoorbeeld, ik kan me niet goed voorstellen wat de technische reden zal zijn geweest voor de afwerking van deze (puur toevallig! Ik kwam deze tegen zonder te zoeken op 'Delage') over-the-top Delage V12 racewagen:

delage10.jpg

Als ik uiteindelijk twijfel tussen stuiten enerzijds en swirls anderzijds, zal ik kiezen voor laatstgenoemde, omdat het er mooier uitziet en ik niet voor niets driekwart jaar naar de juiste methode op zoek ben geweest. Als uiteindelijk de twijfel doorslaat richting stuiten, dan zal ik het realisme laten prevaleren en zal ik de stuit-look geven.
 
Nee maar wat me wel was opgevallen is dat bij een restauratie ergens in de jaren '50 of '60, de motorkap en voorkant van chassis #1 zo is bewerkt... maar deze uitgebreide swirl-sessieresultaten had ik nog niet eerder gezien.

Je zou het 'grondig aangepakt' kunnen noemen :D
 
Dag Roy,

Graag geef ik een laatste reactie omdat het lijkt als of ik een "kruistocht" aan het voeren ben.

Al eerder heb ik aangegeven dat voor interieurdelen, puur voor het uiterlijk, vergelijkbare patronen voorkwamen en komen (geborsteld aluminium wordt nu gebruikt).
Echter voor een race motor die mogelijk maar één race meegaat is het niet logisch om tijdrovende en ook kostbare operatie uit te voeren puur voor de sier toch?

Scheurtjes werden opgezocht door middel van een hamertje waarmee goed hoorbaar scheuren in het gietsel werden aangetoond, er is geen reden dit met een roterend schuurmiddel te doen, je zou dan beter schuurpapier hebben gebruikt wat sneller en eenvoudiger werkt.

Wat we zien op de door jou geplaatste foto is het resultaat van wat Silenoz en ik eerder hebben besproken namelijk het verweken van een metaalplaat tot een, in dit geval, romp van een racewagen. Deze techniek wordt alleen nog maar toegepast in handgemaakte auto's en de restauratie van oude auto's.

Vroeger werd dit werk uitgevoerd door "plaatslagers" ( Let op! "Plaatslager" bekend in het Vlaams iets anders en is vergelijkbaar met een autoschadeherstelmedewerker in Nederland) het resultaat van een dergelijke verwerking zie je op de onderstaande foto en dat lijkt dus erg sterk op de door jou geplaatste foto.
attachment.jpg

De reden dat je dit patroon op de door jouw geplaatste foto duidelijk ziet is omdat de romp niet geschilderd en verder afgewerkt is. Zo te zien alleen blanke lak ter bescherming. Op andere racewagens uit die tijd werd vaak kleurlak aangebracht zodat deze "swirls" niet meer zichtbaar waren.

Kortom: het patroon op de rompdelen is een gevolg van het verwerken van plaatstaal tot een romp. Op het dashboard voor de sier en op de motor, naar mijn mening, ter veredeling en verbetering van de materiaal kwaliteit.

Mijn reacties heb ik puur uit interesse in het onderwerp en betrokkenheid met je zoektocht gedeeld, het is jou keuze er al dan niet iets mee te doen.
 
Dag Roy,

Graag geef ik een laatste reactie omdat het lijkt als of ik een "kruistocht" aan het voeren ben.

Kruistocht of niet, daar heb ik geen problemen mee zolang het een interessante en relevante kwestie betreft en dat is het in mijn ogen.

Al eerder heb ik aangegeven dat voor interieurdelen, puur voor het uiterlijk, vergelijkbare patronen voorkwamen en komen (geborsteld aluminium wordt nu gebruikt).
Echter voor een race motor die mogelijk maar één race meegaat is het niet logisch om tijdrovende en ook kostbare operatie uit te voeren puur voor de sier toch?

Dat ben ik niet helemaal met je eens. Deze wagens waren niet in de laatste plaats bedoeld om de enthousiasme van het merk te bevorderen. Ik heb meerdere foto's van 1927 waarop de motor goed te zien is, voor een prestigemerk als Delage was is een volledig luxe afwerking, zelfs al is het een motorblok en zelfs al ging het in totaal 4 races mee. Niemand zal ontkennen dat een dergelijke afwerking luxe uitstraalt of kan uitstralen.

Scheurtjes werden opgezocht door middel van een hamertje waarmee goed hoorbaar scheuren in het gietsel werden aangetoond, er is geen reden dit met een roterend schuurmiddel te doen, je zou dan beter schuurpapier hebben gebruikt wat sneller en eenvoudiger werkt.

Daar heb je een punt.

Wat we zien op de door jou geplaatste foto is het resultaat van wat Silenoz en ik eerder hebben besproken namelijk het verweken van een metaalplaat tot een, in dit geval, romp van een racewagen.

Als je goed kijkt, zie je dat ook de versnellingsbak die swirls heeft gekregen. Ook een racewagen, ook een creatie uit de jaren '20. Als deze auto die swirls op de versnellingsbak heeft, als Gerald Wingrove zegt dat het de mode was die jaren en als ik niet op één maar op twee gerestaureerde auto's van het type dat ik ga nabouwen zie dat er swirls zijn aangebracht op het motorblok, dan neig ik ernaar die versie als waarschijnlijker te zien dan dat dit specifieke motorblok dergelijke stuitingbehandeling heeft gekregen. Een andere mogelijkheid is, dat die stuitingbehandeling wel heeft plaatsgevonden, maar dat na effening de swirls eroverheen zijn geplaatst.

Voor de duidelijkheid, twijfel ik geen moment aan jouw technische toelichting en uiteenzetting. Het enige wat ik feitelijk wil zeggen is, dat -ondanks dat ik jou onverkort volg in je uiteenzetting omtrent het stuiten- ik in dit specifieke geval van de Delage 15-S-8 vermoed dat de uiteindelijke finish die van swirls was en niet die van butsjes, zoals je van het stuiten zou krijgen. Hopelijk neem je me deze gedachte en tussenconclusie niet kwalijk. Overigens ben ik van plan dit met de medewerkers van Revs te bespreken, wellicht dat zij uitsluitsel kunnen geven voor de beweegredenen om de swirls weer te geven.

Mijn reacties heb ik puur uit interesse in het onderwerp en betrokkenheid met je zoektocht gedeeld, het is jou keuze er al dan niet iets mee te doen.

Ik kan niet genoeg benadrukken dat ik diezelfde passie voor de achtergronden van de auto zelf heb en dat ik alleen al daardoor jouw betrokkenheid bij dit onderwerp waardeer; en dat ik geniet van dit soort discussies waar in elk geval ik veel van leer. Uiteindelijk valt waarschijnlijk niet met zekerheid te achterhalen, vanwege de onduidelijke foto's uit 1927, hoe de finish nu werkelijk was; en dan is het een kwestie van een keuze te maken op grond van de voorhanden zijnde gegevens. Maar dit soort discussies vind ik erg leuk, onderhoudend en interessant, vooral omdat je technieken met mij (en de andere lezers) deelt die haast in de vergetelheid zijn geraakt en waar jij als een van de weinig overgeblevenen het een en ander over kunt vertellen.
 
Vroeger werd dit werk uitgevoerd door "plaatslagers" ( Let op! "Plaatslager" bekend in het Vlaams iets anders en is vergelijkbaar met een autoschadeherstelmedewerker in Nederland) het resultaat van een dergelijke verwerking zie je op de onderstaande foto en dat lijkt dus erg sterk op de door jou geplaatste foto.

hmmmm, komt de kennis die ik midden jaren 80 tijdens mij opleiding tot autotechnicus als extraatje in de weekenden/vakanties en avonduren kreeg van een zeer gepassioneerd restaurateur van historische auto's toch nog weer van pas.

Hier zit je er toch echt naast, wat jouw foto toont is het zeer lokaal 'punt' verhitten van het plaatwerk om het daarna snel weer af te koelen met een natte lap, dit dient om plaatwerk weer op spanning te brengen.

Als je op een bepaald plaatdeel van een auto drukt, b.v. in het midden van het dak of spatbord dan kun je dit als de plaat goeie spanning heeft slechts een klein stukje indrukken en zal het plaatdeel na het wegnemen van de druk weer in zijn oorspronkelijke positie terugkomen (je hoort dan vaak een ploppend geluid) echter plaatdelen waar de spanning uit is zal daar blijven daar waar je hem naar toe drukt.

Wat Roy toont is een machinaal gemaakte verfraaiing zonder enig nut t.a.v. de eigenschappen van de plaatdelen. Net zoals de eerder getoonde motor, het is puur voor het oog.

En als ik me het goed herinner is het geen stuiten waar je steeds over hebt maar stuiken. Maar ik kan er naast zitten, ik heb namelijk alleen geleerd hoe je een scheur in een gietijzer blok mb.v. pennen moet repareren.
 
Dag Haddewade je hebt gelijk het is Stuiken, sorry voor de verwarring.

Om duidelijkheid te krijgen heb ik een restaurateur van historische automobielen gevraagd naar zijn mening over deze cirkels op de diverse onderdelen.
 
Dag Roy, de restaurateur heeft gereageerd en hij denkt dat het patroon op jouw foto inderdaad het gevolg is van het in vorm kloppen van het plaatmateriaal.

De restaurateur heeft me ook geadviseerd met het Louwman museum contact op te nemen dus dat zal ik doen (ik heb daar al eerder iemand benaderd voor een vraag).

Wordt vervolgd.
 
Op welk deel van welke foto doel je nu precies?

Ik stel die vraag omdat je het hebt over plaatmateriaal. Het gaat in deze bouw voor de duidelijkheid echt alleen om de motor en versnellingsbak. Alle andere onderdelen van de auto blijven ofwel blank metaal ofwel krijgen een blauwe verflaag.
 
Dag Roy het gaat om deze foto

attachment.jpg

Hiervan beschreef je dat als je moest kiezen tussen "swirls" in relatie tot uiterlijk en Stuiken in relatie tot vervormen, je voor "swirls" zou kiezen. Nu wordt bevestigd dat het om stuiken of te wel vervormen van het materiaal gaat en niet is aangebracht voor het uiterlijk van de carrosserie.
 
Nee nee dan heb ik me onduidelijk uitgedrukt, ik bedoelde het motorblok plus bak alleen!

Die foto was alleen bedoeld ter illustratie van het pure uiterlijk-karakter van die swirls. Ofwel, dat het in de jaren '20 een modeverschijnsel zal zijn geweest.

Excuses voor het misverstand op dit punt.
 
hmmmm, komt de kennis die ik midden jaren 80 tijdens mij opleiding tot autotechnicus als extraatje in de weekenden/vakanties en avonduren kreeg van een zeer gepassioneerd restaurateur van historische auto's toch nog weer van pas.

Hier zit je er toch echt naast, wat jouw foto toont is het zeer lokaal 'punt' verhitten van het plaatwerk om het daarna snel weer af te koelen met een natte lap, dit dient om plaatwerk weer op spanning te brengen.

Als je op een bepaald plaatdeel van een auto drukt, b.v. in het midden van het dak of spatbord dan kun je dit als de plaat goeie spanning heeft slechts een klein stukje indrukken en zal het plaatdeel na het wegnemen van de druk weer in zijn oorspronkelijke positie terugkomen (je hoort dan vaak een ploppend geluid) echter plaatdelen waar de spanning uit is zal daar blijven daar waar je hem naar toe drukt.

Haddewadde als toevoeging,de methode die je beschrijft, wordt bij grote voertuigen met metalen wanden zoals Tram, bus en trein nog steeds toegepast. De zijkanten hebben om de 1,5-2 meter 1 staander/versteviging/stijlen, en daar wordt gewoon 2 mm staalplaat tegen gelast. Je begrijpt een plaat van bv 2 x 1 meter gaat lubberen en beweegt tijdens het rijden. Die grote platen worden ook strak getrokken door het stuiken. Deze vaklieden worden in de trein wereld Carosserie-makers genoemd. Door door het verhitten en afkoelen, ontstaan op "swirls" lijkende verkleuringen en beschadigingen, welke door de schilder bedekt worden met een laag plamuur
 
Dat is wel een spectaculair werk om te zien hoe ze het doen. Ik heb die mannen bezig gezien bij bombardier (treinconstructeur in Brugge) en echt wel spectaculair om te zien hoe ze een treinwand rechten in no time met behulp van een gasbrander en een uitgang met 3 spijlen. Ik heb daar wel geen swirls gezien, alleen ronde ringen van het plaatselijk verhitten... Met navenante verkleuringen
 
Laatst bewerkt:
alleen ronde ringen van het plaatselijk verhitten... Met navenante verkleuringen

Precies, zoals ik ook al zei, het materiaal word roodgloeiend 'punt' verhit zo'n beetje de branderpunt (cirkel van 5 a 8 mm). Daar krijg je geen swirls van eerder een 'smelt putje' als je te ver door verhit.

Ik heb zoals ik al aangaf geen enkele ervaring met het stuiken van gietijzer, @Roy, is het blok überhaupt van gietijzer? Enige wat ik me kan voorstellen is dat door het stuiken er beschadigingen optreden en dat er swirls opgezet worden om die te camoufleren.
 
Precies, zoals ik ook al zei, het materiaal word roodgloeiend 'punt' verhit zo'n beetje de branderpunt (cirkel van 5 a 8 mm). Daar krijg je geen swirls van eerder een 'smelt putje' als je te ver door verhit.

Ik heb zoals ik al aangaf geen enkele ervaring met het stuiken van gietijzer, @Roy, is het blok überhaupt van gietijzer? Enige wat ik me kan voorstellen is dat door het stuiken er beschadigingen optreden en dat er swirls opgezet worden om die te camoufleren.

De restaurateur heeft aangegeven er ook een kloppatroon in te zien, waarom dan wanhopig vasthouden aan een uiterlijk verfraaien is mij volstrekt on duidelijk en vooral onlogisch.
 
Niemand houdt hier 'wanhopig' vast aan standpunten. Ieder heeft het recht zijn eigen standpunten in te nemen, te handhaven en/of zelfs te verdedigen, dat doe je zelf ook en daar heeft niemand een probleem mee.

Ik denk dat alles erover is gezegd en ik wil jullie verzoeken dan ook de discussie te eindigen, omdat ik het zonde zou vinden dat een detailkwestie dit topic volledig zou gaan overheersen. Het gaat inmiddels al twee volle pagina's over alleen dit onderwerp, het was een interessante discussie maar ik hoop dat jullie het erover eens zijn dat dit genoeg is. Ik zal het topic kortstondig sluiten om oververhitting te voorkomen. Voordat ik daarover het verwijt krijg dat ik niet open sta voor weerwoord: ik geef hieronder enkel een overzicht van eerder aangehaalde argumenten. Op al die argumenten is al een weerwoord gevoerd, ik kies er dan ook voor te verwijzen naar de voorgaande posts in plaats van maar in herhalingen te blijven vallen.

Nu het uiteindelijk toch aan mij is om deze auto te bouwen en de wijze waarop te kiezen, wil ik mijn redengeving op een rij zetten.

Mijn voorlopige conclusie en beslissing over de swirls is als volgt:

- Op de foto's van 1927 is niet duidelijk te zien of het een kloppatroon betreft of een swirlpatroon. De ene restaurateur zal zeggen dit erin te zien, de andere dat. Respect voor ieders mening. Mijn mening is, dat het niet te zien is. Ik zou het waarderen als ook die mening gerespecteerd wordt.

- Kennelijk is er door twee restaurateurs, onafhankelijk van elkaar, besloten om (grote delen van) de motor van swirls te voorzien en dus niet van een kloppatroon. De opdrachtgevers zijn respectievelijk Peter Giddings Racing en Revs Institute Collier Collection, twee belangrijke Amerikaanse collecties. Ik ga er vanuit dat zij bij hun keuze voor swirls niet over één nacht ijs zijn gegaan en dat zij over veel meer authentiek referentiemateriaal beschikken dan ik. Waarschijnlijk hebben zij een betere foto uit 1927 of erna, waarop de swirls beter te zien zijn. Zeker Revs Institute mag hierin niet worden onderschat, dat is een volwaardig geoutilleerd onderzoeksinstituut met een enorme hoeveelheid klassieke documenten. Zij waren tot de grote verbazing van het 'Fiat 806-onderzoeksteam' in het bezit van een originele blauwdruk van de Fiat 806, een auto waarvan werd beweerd dat Agnelli alle blauwdrukken had laten vernietigen. Ik ben de laatste te vermoeden dat Revs zich op het gebied van restauratie van hun auto's onzorgvuldig heeft laten voorlichten.

- Gerald Wingrove (voor wie niet weet wie hij is, zie hier) zegt dat in die tijd de mode was om motorblokken swirls te geven.

- Delage was een luxemerk, de grote concurrent van Bugatti. Racen was showcasen. De swirl-afwerking getuigt van luxe en stijl, zeker volgens de toenmalige mode kennelijk.

- Louis Dêlage stond bekend als ijdel. Kosten noch moeite werden gespaard bij het ontwerp van deze auto. De swirls passen in dat plaatje.

- Ik heb nog twee andere foto's gezien van Delage-racemotoren en bakken uit die tijd, waarop toch echt swirls te zien lijken te zijn. Ik toon delen van de foto's om copyrights zo veel mogelijk te respecteren:

27762148089_fb9eadeec2_k.jpg

38829484104_4e11f19bdd_k.jpg

- De getoonde Delage V12 is volledig in een patroon van swirls gehuld, niet alleen de body maar ook de versnellingsbak zoals op de foto te zien. Dit verhoudt zich tot de vorige opmerking. Er zijn ook andere voorbeelden te googelen, zoals dit:

engine-turned.jpg

Ik sluit me dan ook aan bij de mening van Haddewade, dat het swirls waren die vooral waren bedoeld als uiting van luxe en sier. Wel zal ik er nog met Revs over spreken, en dan vooral over de toestand van het motorblok vóór de restauratie; ik weet dat er een video van de restauratie is, misschien biedt die meer informatie.

Hopelijk stuit ik met deze post niemand tegen de borst, zo is hij (echt) niet bedoeld.
 
Een Grand Prix-auto opmeten

241. Een auto opmeten, hoe moeilijk kan het zijn... het antwoord: moeilijker dan menigeen zou denken. Hoewel ik het de afgelopen weken erg druk heb gehad met mijn gewone werk, hetgeen de komende twee weken doorgaat, zou het onverstandig zijn om niet alvast de meetwerkzaamheden voor te bereiden.

Ik volg bij mijn planning de methode die Gerald Wingrove heeft beschreven in zijn onvolprezen boek 'The Complete Car Modeller 1', pagina's 11 tot en met 22. Inmiddels zijn de technieken erop vooruit gegaan dus ik maak, in aanvulling op het daar beschrevene, gebruik van een lasermeetapparaat voor de afstanden groter dan 15 centimeter. Verder zal ik gebruik maken van de tekeningen van Jim Ison omdat die, hoewel qua maatvoering niet helemaal correct, wel een mooi overzicht bieden van de te meten punten. Daarbij is het niet van belang of de afmetingen correct zijn, als de vormen maar ongeveer kloppen.

Ik zal het driestappenplan van Wingrove gebruiken, zoals genoemd op pagina 19 van zijn boek:

1) Opnemen van een aantal afmetingen om de externe basisvormen van de auto duidelijk te krijgen. Dit dient in Florida te gebeuren.
2) Die basisvormen en de bijbehorende punten op papier te krijgen en, aan de hand van foto's, de ontbrekende en kleinere details aan te vullen. Dit kan thuis, maar er moeten nog wel aanvullende foto's worden gemaakt.
3) Telkens wanneer een onderdeel moet worden gemaakt t.b.v. het schaalmodel, zal het desbetreffende deel eerst worden uitgetekend aan de hand van de overzichtstekening.

De voorbereiding ziet momenteel op punt 1), waarbij overigens ook wordt genoteerd telkens wanneer me te binnen schiet dat ik van een bepaald onderdeel nog geen goede foto's heb (ten behoeve van de punten 2 en 3).

Dit is het meetgereedschap dat ik wil gaan gebruiken:

25891956598_647dd44312_k.jpg

Het meeste zal wel voor zich spreken. De lasermeter is er een van Bosch: betaalbaar, zeer nauwkeurig en zeer basic qua functies. Meer heb ik niet nodig voor dit enkele project. Gradenboog gebruik ik om... hoeken op te meten; en het meetlint om curves op te meten. De elektronische schuifmaat is niet van de hoogste kwaliteit maar ik ga mijn Mahr niet meenemen naar de VS met alle risico's van dien. Het apparaat mag niet mee in de handbagage want het kan als scherp worden gezien, en hoe ze met de koffers plegen om te gaan...

Bij het model zal straks elke afmeting ofwel de hoogte ofwel de lengte of breedte weergeven. Ik zal beginnen met de lengte-afmetingen van de auto, daarna de voor- en achterafmetingen, vervolgens de bovenafmetingen en ten slotte het interieur, de motor en de wielen.

Zoals Wingrove schrijft, zal ik eerst op zoek gaan naar een aantal uitgangspunten, in een vrij letterlijke betekenis van het woord. Te beginnen met de wielbasis. Die afstand is ongeveer 2.500 millimeter en noem ik in navolging van Wingrove 'A'. Vervolgens wordt gekeken hoeveel millimeter, in horizontale lengte, het voorste aansluitpunt van de bladveren zich van het voorste wielcenter bevindt, dat is 'B1'. Van tweede aansluitpunt naar wielcenter is 'B2'. Van derde aansluitpunt (=achterste bladveer) tot wielcenter achter ia 'B3' en de laatste afstand is 'B4'. Gecontroleerd wordt of het samenstel van A, B1 en B4 gelijk is aan de afstand tussen de uiterste aansluitpunten. De hoogtes van de aansluitpunten van de bladvering wordt overeenkomstig C1, C2, C3 en C4 genoemd. Ten slotte kunnen de onderdelen en subassemblies vastzittend aan het chassis worden gemeten vanaf één van de B-punten, steeds in de absolute lengte. Met kromming van het chassis wordt dus geen rekening gehouden. Er wordt regelmatig gecontroleerd of de metingen kloppen. Ook subassemblies, bouten en dergelijke worden opgemeten.

Als het chassis in de absolute lengte is opgemeten met alle bijbehorende zaken, is het de buurt aan de rest van de body. Daarvoor zijn hogere uitgangspunten nodig, zoals de voorzijde van de firewall en het einde van de radiateur. Ook de hoogte van diverse ijkpunten wordt gemeten.

Hierna wordt de breedte (bovenaanzicht, vooraanzicht en achteraanzicht) gemeten, aan de hand van spoorbreedte, de uiteinden van de grille, de afstand tussen de bladveren et cetera. Er moeten zoveel mogelijk metingen van de chassisbelijning en de bodybreedte worden gemaakt. Deze punten moeten worden gekoppeld aan de eerder gedane metingen en de vloer.

Ten behoeve van absolute lengtemetingen (bijvoorbeeld tussen wielcenter en uiteinde van en van de bladveren, zegge afstand B2) heb ik een systeem bedacht dat ik, wellicht in aangepaste vorm, wil gaan inzetten. Hier een tekening:

25892501648_10e4936793_k.jpg

Uitleg: het meetapparaat wordt in een nog te vervaardigen houten blok gelegd; de hoogte van de laserstraal kan dan worden aangepast, zijwaartse aanpassing is niet mogelijk. Het blok komt loodrecht tegenover de auto te liggen dankzij het gebruik van een L-profiel of iets dergelijks, dat parallel aan de auto ligt. De laserstraal wordt gericht op het center van het wiel (stap 1). Idem wat het tweede identieke blok betreft, maar dan richtend op het uiteinde van de bladveren. Wanneer de twee blokken de juiste posities hebben ingenomen, kan de afstand tussen beide worden opgemeten met de lasermeter. Dat is de absolute lengteafstand 'B2'.

Hoe bepaalde andere metingen moeten worden verricht, weet ik nog niet maar daar ga ik goed over nadenken.

In totaal zullen ten behoeve van stap 1 naar schatting een 300 tot 400 metingen worden verricht, inclusief motor, wielen en interieur. Het is veel makkelijker om van een blauwdruk een model te maken dan andersom, maar aangezien er geen blauwdruk is en omdat ik de auto wel accuraat wil hebben, moet er dan maar wat extra moeite gedaan worden. Het uiteindelijke, zeer uitgebreide, stappenplan zal ik ook in het topic zetten; de meetresultaten zoals gezegd niet; maar de eruit voortvloeiende werkzaamheden vanzelfsprekend weer wel.

Totale bouwtijd: 47u.
Totale afmetingen-studie: 51u.
 
Neem ook touw of beter koord zonder rek mee (minder schadelijk dan een metalen rolmaat), daarmee kun je lengtes van rondingen, de omtrek van iets of ongebruikelijke vormen mee opmeten.
Laptop met globale tekeningen waarin je maten kunt verwerken, of een meetplan in maken.
 
Neem ook touw of beter koord zonder rek mee (minder schadelijk dan een metalen rolmaat), daarmee kun je lengtes van rondingen, de omtrek van iets of ongebruikelijke vormen mee opmeten.

Staat op de bovenste foto en had ik als zodanig beschreven: ik gebruik daarvoor een professioneel meetlint.

Laptop met globale tekeningen waarin je maten kunt verwerken, of een meetplan in maken.

Zoals beschreven, de tekeningen van Jim Ison doen als dergelijke globale tekeningen dienst. Laptop gaat mee.
 
Terug
Bovenaan