Iedereen die even nadenkt kan eigenlijk zelf wel tot de conclusie komen dat jouw theorie (want meer is het niet) niet klopt. Daarom slechts kort, om mijn vorige reactie niet slechts een 'nietes'-karakter te geven:
- De vaten zoals gebruikt door Guy hebben diverse (op de foto van één kant al te zien, maar liefst tien verschillende) willekeurige beschadigingen.
- Bekijk nog eens hoe willekeurig de beschadigingen zijn. Hier een doffe deuk, daar een diagonale scherpe inkeping, dan weer horizontaal, dan weer langer, dan weer korter.
- Dit kan dus nooit door één middel van opslag zijn ontstaan, of op één moment. De beschadigingen tonen een heel doorlopen vatenleven.
- Dat al deze meersoortige deuken op dezelfde manier zijn ontstaan, zoals door jou gesteld, is ondenkbaar.
- Geen enkele van alle tonnen die jij als voorbeeld geeft, heeft één beschadiging laat staan deuk.
- De deuken op de gemodelleerde vaten zijn vanzelfsprekend gelijk omdat ze uit één mal komen.
Volgens mij heb jij -Aris- soms een theorie waar je dan een feitelijkheid uit meent te kunnen destilleren. Je kunt het beter anders formuleren, zoals ("Wat zou kunnen is, dat..." of "Ik denk dat..."). Doe je dat niet, ofwel geef je jouw gedachten en theorieën weer als vaststaande feiten, dan neem je bij tijd en wijle andere mensen mee in jouw wellicht onjuiste denktrant.
Een tweede tip die ik voor je heb is, om je beweringen te staven met relevant fotografisch materiaal. Toon bijvoorbeeld vaten met identieke willekeurige beschadigingen.
Dit alles gezegd, kan jouw theorie op beperkte schaal ingezet worden, zoals Danny al zegt, door op bepaalde plekken en in bescheiden mate op verschillende vaten soortgelijke beschadigingen te maken. Als ik de referentiefoto's bekijk, zullen dat met name concentrisch aan de circulaire omtrekken van de cilinder gesitueerde beschadigingen zijn. Maar ook dit kan de modelbouwer het beste even door middel van fotomateriaal controleren.
- De vaten zoals gebruikt door Guy hebben diverse (op de foto van één kant al te zien, maar liefst tien verschillende) willekeurige beschadigingen.
- Bekijk nog eens hoe willekeurig de beschadigingen zijn. Hier een doffe deuk, daar een diagonale scherpe inkeping, dan weer horizontaal, dan weer langer, dan weer korter.
- Dit kan dus nooit door één middel van opslag zijn ontstaan, of op één moment. De beschadigingen tonen een heel doorlopen vatenleven.
- Dat al deze meersoortige deuken op dezelfde manier zijn ontstaan, zoals door jou gesteld, is ondenkbaar.
- Geen enkele van alle tonnen die jij als voorbeeld geeft, heeft één beschadiging laat staan deuk.
- De deuken op de gemodelleerde vaten zijn vanzelfsprekend gelijk omdat ze uit één mal komen.
Volgens mij heb jij -Aris- soms een theorie waar je dan een feitelijkheid uit meent te kunnen destilleren. Je kunt het beter anders formuleren, zoals ("Wat zou kunnen is, dat..." of "Ik denk dat..."). Doe je dat niet, ofwel geef je jouw gedachten en theorieën weer als vaststaande feiten, dan neem je bij tijd en wijle andere mensen mee in jouw wellicht onjuiste denktrant.
Een tweede tip die ik voor je heb is, om je beweringen te staven met relevant fotografisch materiaal. Toon bijvoorbeeld vaten met identieke willekeurige beschadigingen.
Dit alles gezegd, kan jouw theorie op beperkte schaal ingezet worden, zoals Danny al zegt, door op bepaalde plekken en in bescheiden mate op verschillende vaten soortgelijke beschadigingen te maken. Als ik de referentiefoto's bekijk, zullen dat met name concentrisch aan de circulaire omtrekken van de cilinder gesitueerde beschadigingen zijn. Maar ook dit kan de modelbouwer het beste even door middel van fotomateriaal controleren.
Laatst bewerkt: