Hoofdsponsor

1/12 McLaren Honda MP4/6 Ayrton Senna [wip]

Waarschijnlijk omdat die auto zo voorgesteld is als showcar of hoe je dat ook wilt benoemen, en daar geen werk van maakte voor de echte racecar

Dat zou inderdaad kunnen, eigenlijk niet aan gedacht... iets om de sponsor tevreden te stellen wellicht.

ik weet niet of het jouw al is opgevallen maar soms hadden de spiegels een rond staafje als bevestiging zoals in de kit en op sommige fotos was dit staafje
als je het van boven zou bekijken ipv rond, ovaal met spitse puntjes (meer aerodynamisch dus) ken de naam niet van die figuur :)
zoals een druppel maar dan aan 2 kanten :)

Ik heb me nog niet verdiept in de spiegeltjes, behalve dan vanmiddag toen je die vraag stelde en ik het 1992-boek er eens op nasloeg. Maar nu je het zegt. Ik heb nog eens in het boek gekeken en zie de cilindervorm alleen bij de rode spiegeltjes en de druppelvorm alleen bij de witte spiegeltjes.

Ik ga eens kijken naar die masterclub resin boutjes, want die metalen (heb ik wel nog veel van in diverse modellen en maten)
maar die zijn enorm duur.

Ze worden binnen een paar weken in België aangeboden door forumsponsor Modelspecialist.

Dan nog over het door jou gescratchte onderdeeltje. Omtrent de bedoelde plek (al dan niet met switch en bedrading) ziet het eruit alsof ze dat na afloop van het seizoen hebben toegevoegd. De kabel ligt ook wat slordig buitenlangs. Kijk ik in het boek dan zie ik de volgende info:

- Plaatje 43 (15e grand prix) -> geen switch of kabel.
- Plaatje 46 (3e grand prix) -> geen kabel, switch onbekend.
- Plaatje 48 (3e grand prix) -> geen kabel, switch onbekend.
- Plaatje 51 (15e grand prix) -> geen switch of kabel.
- Plaatje 68 (3e grand prix) -> geen kabel, switch onbekend.

Dus geen enkel plaatje van de switch of de kabel in mijn 1992-boek, sorry... ben bang dat hier hetzelfde voor geldt als voor het Calsonic-logo. Ik snap je trouwens helemaal als je het wel gaat toevoegen trouwens, je hebt het immers al gescratcht en het ziet er als onderwerp aantrekkelijk uit.

Ik heb trouwens ook foto's gevonden van de MP4/6 in elke race, die staan ook gewoon in het 1992-boek maar dan helemaal achteraan ergens. Op elk van de foto's staan de spiegels afgebeeld en het is duidelijk dat de rode spiegels zijn gebruikt tot en met race 8, de witte spiegels vanaf race 9 tot en met race 16. In alle gevallen gaat het om de auto van Senna, behalve race 5 (Montreal), race 9 (Hockenheim) en race 11 (Francorchamps).

En nu ik toch bezig ben, op géén van de foto's in het 1992-boek zit het Shell-logo op het stuur. Het zijn allemaal blanco stuurwielen. Toch meen ik me te herinneren dat ik een filmpje heb gezien van een van de races of kwalificaties waar het Shell-logo op zat, maar ik kan het ook bij het verkeerde eind hebben.
 
Heel boeiend dit.
Het lijkt wel alsof hier een echte wordt gebouwd dan wel een schaalmodel!
 
van dat stuur idd, die decal hangt er bij mij ook niet op zoals gezien in boek :-) en ja dat hendeltje dacht ik al
Zoiets, vandaar dat ik zei " niet historisch correct want dat is wss al te laat " mijn cockpit is bijna klaar en dat staat er
Dus inderdaad al in ... Mja se word dan de showcar uit den boek die ik bouw ;-):-)
 
@Sam: ik vind het zelf ook een erg interessant topic want ik leer er ontzettend veel van bij.

@Guy: als je de showcar bouwt, hou er dan rekening meer dat die sensoren aan de uitlaatspruitstukken verdwenen zijn. Zowel Top Studio als Tamiya gaan van de oude situatie uit. Overigens zal niemand het je kwalijk nemen als je gewoon een mengeling bouwt, om een model 'gedurende zijn bestaan' te tonen, dus met elementen uit de eerste races, plus elementen uit de latere races, plus eventueel nog wat erna. Het gaat om het plezier in het bouwen en dat kun je ook krijgen door een voorstelling te maken van het model. Niemand weet precies hoe de MP4/6 eruit zag op een bepaald moment en wij modelbouwers al helemaal niet. Elk gebouwd model zal dus z'n kleine en/of grote fouten hebben. Ergens is een grens aan wat je kunt bereiken en daar heeft elke modelbouwer die zich bezig houdt met een zich ontwikkeld hebbend voorbeeldexemplaar mee te maken.


74. Tijd voor een update, want er is veel te vertellen. Allereerst is het nieuwe soldeerstation binnengekomen en dat is toch wel een wereld van verschil. Ik kan kennelijk toch solderen, nu alleen nog netjes. Het oefenstukje is met 60/40 harskern gedaan, omdat de Tip Activator niet vloeibaar blijkt te zijn. Ik heb speciale zuurvrije flux voor electronica besteld, daar zal ik nauwkeuriger mee kunnen solderen.

Het soldeerstation werkt als een zonnetje. Voorlopig zie ik geen enkele reden om drie keer zoveel geld uit te geven aan een Weller. Het soldeerstation kostte 110 euro bij Conrad. Dank @Hondafan voor de tip!

30252062371_90e0a9b7c3_b.jpg

29706654343_0d989e3710_b.jpg

75. Ik heb tegelijkertijd een daglichtlamp besteld. Ook dit is een groot verschil, details zijn beter zichtbaar en het werken is prettiger. De lamp kostte 50 euro bij Conrad.

29706654693_666b3a0b49_b.jpg

76. Op het Britse forum waar ik deze bouw bijhoud werd ik benaderd door een vriendelijke collega-modelbouwer, NickD, die mijn metingen en berekeningen had gezien, die zelf ook de McLaren wil gaan bouwen en die vroeg of ik open stond voor fotogrammetrie. Dit is een methode om van foto's een 3D-model te maken. Eigenlijk het opmeten en berekenen wat ik heb gedaan, maar dan preciezer en door de computer. Samen hebben we veel gecorrespondeerd, gegevens uitgewisseld en ik heb hem van de nodige referentiefoto's voorzien.

Het proces werkt in de kern als volgt. Alle genoemde softwareprogramma's zijn open source en/of freeware.

1. Lensvervorming corrigeren
Referentiefoto's zijn vaak onderhevig aan lensvervorming. Met het programma Gimp (of Photoshop) kan de lensvervorming worden hersteld. Gimp bevat daar zelfs een specifieke functie voor.

2. Vectortekening maken
Een foto is altijd in bitmap-formaat, ofwel het is een gigantische verzameling pixels. Om foto's ideaal te kunnen vergroten en verkleinen is het echter zaak om de pixels te vervangen door vectors. Een vector is eigenlijk gewoon een lijntje van A naar B. Dus als je een foto of .jpg-tekening van een (tweedimensionele weergave van een) kubus hebt, zoals deze:

plain_cube.gif

dan bestaat die foto of tekening uit vele duizenden pixels. In dit voorbeeld zijn die pixels ofwel zwart ofwel wit. Zou je deze tekening willen vergroten, dan worden de oorspronkelijke pixels steeds duidelijker te zien. Dat is niet gewenst. Ook kun je de kubus niet vervormen, door bijvoorbeeld een van de hoekpunten te verplaatsen en de kubus zo 'uit te rekken'. Dat kan soms nuttig zijn. Maar een bitmap leent zich hier niet voor.

Met een vectortekening kan dat echter wel. Die bestaat niet uit pixels maar uit wiskundige berekende lijntjes van en naar coördinaten. Als het plaatje hierboven een vectortekening zou zijn, zou die uit 9 lijntjes bestaan, van en naar 7 verschillende coördinaten. Vergroten of verkleinen heeft daar geen effect op, behalve dat de coördinaten veranderen. Zo kun je ook de hoekpunten of de ribben verplaatsen, zodat de kubus een andere gedaante krijgt.

Met het programma Inkscape kun je van een bitmap-foto een vectortekening maken. Je kunt het programma bijvoorbeeld de opdracht geven vectoren te plaatsen op de grenzen tussen twee kleurvlakken. Om een voorbeeld te geven, de kubus hierboven zou in Inkscape 18 vectoren krijgen. Immers, elke zwarte lijn heeft twee grenzen met de kleur wit (te weten, aan de ene kant van de lijn en aan de andere kant van de lijn).

3. De tekeningen samenvoegen

Met het programma Blender kun je een vectortekening inladen en vervolgens omzetten naar een 3D-vorm. Als je bijvoorbeeld een tekening hebt van een vierkantje (=vier vectoren), dan kun je er in Blender een kubus van maken: je plaatst als het ware 50 van die tweedimensionale vierkantjes bovenop elkaar. Een beetje zoals 3D-printen dus, maar dan met computersoftware.

Blender werkt met verschillende assen. Als je foto's hebt van de bovenkant, de zijkant en de achterkant van een onderdeel, kun je het onderdeel driedimensionaal nabootsen. Je plaatst de foto's (of de daaruit afgeleide vectortekeningen) op de assen, vergroot of verkleint waar nodig en werkt langzaam naar een 3D-model toe.


Tot zover de theorie, die ik -met name wat het onderdeel Blender betreft- deels van Nick, deels van een andere thread, deels van tutorials en deels door zelf wat te testen heb verkregen. Meer dan theoretische kennis heb ik zelf vooralsnog niet. Ik zie in deze combinatie van softwarepakketten enorme mogelijkheden op het gebied van scratchbouw. Vooral Blender is op het eerste gezicht een lastig pakket om te leren, maar gelukkig staat er op Youtube een uitgebreide serie tutorials. Hier vind je het eerste van 20 delen.

77. Op basis van door mij aangeleverde foto's heeft Nick een eerste opzet gemaakt die er zo uitziet:

30222264482_bc1ed6f8fd_b.jpg

78. Vergelijk het Tamiya- en Top Studio-model:

30222384462_6f93e746ab_b.jpg

Het gaat allemaal om de beugel die is aangeduid met de rode pijl. De Blender-tekening maakt duidelijk dat de randen te dik zijn, de steun te breed is, de knik niet op de juiste plek zit en het originele onderdeel een hoger zijvlak heeft.

Wordt vervolgd.

79. Ten slotte nog de precisering van het model in de tijd. Guy zette me ertoe aan bepaalde dingen uit te zoeken, dingen die tijdens het seizoen aan de auto veranderden. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om de auto weer te geven zoals hij was tijdens de derde race van het seizoen (grand prix van San Marino), eenvoudigweg omdat verreweg de meeste foto's in het 1992-boek tijdens dat grand prixweekend zijn gemaakt. Bovendien zijn bijna alle belangrijke foto's van de motor tijdens dat grand prixweekend gemaakt, niet alleen in het 1992-boek maar ook in het 2012-boek. En dat is de spec 2-motor, na de derde race werd de spec 1-motor weer terug geïnstalleerd.

De alternatieve logische modelleerkeuze was de 15e grand prix geweest, die van Japan, omdat daar ook bijzonder veel foto's van in het boek zijn opgenomen (logischerwijze, Tamiya is Japans dus het was makkelijk om even langs te wippen). Voor wie zich ook met de MP4/6 bezig houdt en het even kostbare als nuttige 1992-boek weet te bemachtigen, dit is een lijstje met de grand prix en het aantal foto's dat tijdens die grand prix is gemaakt zoals opgenomen in het boek:

GP1: 8
GP2: 0
GP3: 71 (waaronder 18 van de in totaal 29 van de motor)
GP4: 3
GP5: 1
GP6: 0
GP7: 2
GP8: 9
GP9: 2
GP10: 0
GP11: 1
GP12: 1
GP13: 0
GP14: 0
GP15: 34
GP16: 0

Ik deel graag vergaarde kennis, want dat is in de modelbouw 'the spirit'. Sommige bouwers houden hun geheimen voor zich, ik dus niet. Zo ook de uitkomsten van een aantal uren research betreffende de aanpassingen gedurende het seizoen. Hier komen ze, op chronologische volgorde (indien interesse naar vindbronnen, laat maar weten):

- GP3: spec 2-motor is geïnstalleerd, voorlopig 1 race.
- GP3: eenmalig: Berger krijgt een nieuw Marlboro-logo met rode vlakken op de achtervleugel. Senna krijgt dat op enig moment ook, eenmalig; tijdstip onbekend.
- GP3 tot en met 4: geen camera tijdens de race.
- GP3 tot en met 16: Courtaulds-logo's gedurende (!) het raceweekend toegevoegd.
- GP4 tot en met 16: er werd een transparant windscherm geïnstalleerd.
- GP4 of erna: Marlboro-decal onderaan inspectieluik sturing verdwijnt.
- GP4 of erna: nieuwe vortex-generator aan voorzijde.
- GP4: terug naar spec 1-motor. Onduidelijk wanneer spec 2 weer werd geïnstalleerd.
- GP5 tot en met 16: nieuwe achtervleugel (o.a. zijkanten smaller).
- GP5 tot en met de race van GP7: camera opnieuw geïnstalleerd.
- GP7: vanaf de race tot en met de race van GP10: geen camera.
- GP8 tot en met 9: Mclaren-Logo's in plaats van Marlboro, vanwege strenge tabaksreclame-wetgeving in Engeland en Duitsland.
- GP9 tot en met 16: witte spiegels met aerodynamischer steeltje.
- GP10: vanaf de race is een camera geïnstalleerd.
- GP10: nieuwe motor, nieuwe brandstof van Shell.
- GP11 tot en met 14: geen camera.
- GP11 tot en met 16: variabel inlaatsysteem.
- GP15 tot en met 16: camera.
- GP15: 8 centimeter extra bij de voorvleugel.
- Na seizoen: Shell-sticker op stuurwiel.
- Na seizoen: switch + kabel links in cockpit.
- Na seizoen: Calsonic-logo's radiateurs.
- De vering vooraan is gedurende het seizoen tweemaal aangepast. Helaas weet ik (nog) niet wanneer precies en wat er is veranderd.
- Ook onbekend wanneer: sensoren uitlaatspruitstukken zijn op enig moment verdwenen. In elk geval aanwezig tijdens de 3e, 4e en 8e race.

Dit lijstje zal te zijner tijd zeker aangevuld gaan worden.

Mijn weergave wordt dus de auto met spec 2-motor, breed Marlboro-logo op achtervleugel, geen camera, Courtaulds-logo's, opaak rood windscherm, Marlboro-decal bij inspectieluik stuurhuis, 1e type vortex-generator, brede achtervleugel, Marlboro-logo's, rode spiegels met cilindervormig steeltje, korte voorvleugel, blanco stuurwiel, geen switch of kabel links in cockpit, geen Calsonic-logo's in radiateurs, wel sensoren in uitlaten.

Bestede tijd: 16 uur (bouw) + 24 uur (studie)
 
dat soldeerstatiom ga je plezier aan hebben man, en wat soldeer met fluxkern betreft, ik gebruik dat altijd, en nooit last mee gehad tot hiertoe.
Nuja, ik denk dat je nu best even aan de slag gaat met je soldeerstation en uiteindelijk ga je voor jeelf kunnen uitmaken welke werkwijze je voor jezelf het makkelijkste vind.
 
Ik hoor inderdaad wel dat iedereen die electronica soldeert een soldeer met fluxkern gebruikt, dat wordt ook steeds aangeraden.

Maar met het aan elkaar zetten van twee plaatjes schijnt aparte flux toch wat meer precisie en controle te geven. Ik verwijs nog eens naar het filmpje van (de zeer hoog in mijn achting staande) Paul Budzik. Uiteindelijk zal het waarschijnlijk ook goed kunnen met soldeer dat flux bevat, maar ik wil het me het liefste zo aanleren zoals Paul het voordoet.
 
79. Nou de flux van Weller is binnen, blijkt deze 'nat'-vloeibaar te zijn. Leuk om minuscule processorpootjes vast te solderen aan een moederbord, maar weer niet wat ik wilde.

Toen geprobeerd om een plaatje haaks bovenop een ander plaatje te plaatsen (denk aan een T-vorm), dat lukte niet. Misschien is dat niet iets waar solderen voor bedoeld is.

En ten slotte geprobeerd (na toch wat te hebben uitgeprobeerd met de nieuwe flux) om dan maar gewoon met de 60/40 met fluxkern aan de slag te gaan. Tot mijn verbazing werkte het nu ineens een stuk beter dan bij mijn eerste poging, gewoon met het draadje soldeer nog aan de rol en zonder flux.


29716480854_0c28ca7a49_b.jpg


30346579805_326c2a4f87_b.jpg

80. Na het schuren zag het er zo uit:

30230210782_f1741d0fa2_b.jpg

81. En het is onverwachts sterk, zie het volgende filmpje:

 
ik zei het je toch :p
ik gebruik ook geen aparte flux, gewoon soldeer met fluxkern does the trick :p
 
Roy, welke manier je aanleert maakt niet uit.

Bij een methode zoals Paul, heb je te maken met de grafiek,, die ik een beetje probeer te verklaren. En dit is de simpele vorm..

Zonder harskern.....


Wat wil ik meegeven, een soldeer bestaat uit een tin/lood verhouding. Hoe meer lood, des te langer de stollingsduur. Maar juist een kantelpunt te berijken.

Bij een verhouding van 50/50 of 60/40 wat in de elektronika gebruikt wordt en waar meestal een soldeerkern in zit. Is het in de regel, de stolling moet zo snel mogelijk en de temperatuur laag houden. met 60/40 ga je richting 180 graden. Snel vloeibaar en snel gestold. Niet een erg krachtige verbinding.

Bij bv zink is juist de lange stollingstijd belangrijker, maar de temperatuur minder belangrijk, des te steviger de verbinding en des te langer de stollingstijd, maar ook de temperatuur kan flink oplopen. In de link kan je een grafiek zien dan moet je die zo lezen, waar brij is, dat is de verwerkingsduur, waarbij je eerst naar vloeibaar gaat en terug.

Bij 60 tin en 40 lood is de smelttemperatuur het laagst, maar ook de afkoeling- en stollingstijd, want er is geen brij een mechanisch stevige verbinding is niet noodzakelijk wel een elektrische.

En 100% tin of 100% lood is of de zachtste verbinding of de hardste, ook de eerst die zal buigen, of als eerste breekt!!!

Om een mechanisch stevige verbinding te krijgen, zal je net onder de temp moeten blijven, waarbij je metaal vloeibaar wordt. En de verbinding wordt het sterks in de Brij toestand, hierbij kruipt en hecht je soldeer zich in alle hoeken, naden en oneffen heden. Nog meer tin in het soldeer, brengt dus de eerste vloeibare temperatuur omhoog. geeft geen lange stollingstijd . Daartegen kan zink wel tegen een hoge temperatuur en heeft om te hechten een lange stollingstijd nodig. Dan kies je voor 40/60. Gaat wel de temperatuur waarop je soldeer vloeibaar wordt omhoog.

Als idee wil ik meegeven, kies wel de verhouding tin/lood. En heel dun PE wil ook niet lang warm zijn.

De flux, is hen eigen merk...net zoals er meer te verdienen is als de verf bij de modelbouw, als gewoon de KIT

https://www.wentzel.nl/materialen/soldeer/

attachment.jpg

Als laatste wil ik toevoegen je werkt met messing, zo kan je als flux ook kaarsvet gebruiken.

De tabel is TOV tijd. 50 is nul.


Tip..bij -10 of + 10, praat je al over 10 decibel!!, bij -20 of +20- is het 10x10=100 decibel.
 
Laatst bewerkt:
@Koen: maar elektronisch solderen is toch heel iets anders dan dit, zover ben ik inmiddels wel. Ik heb de flux die Budzik gebruikt besteld, uit de VS, dan kan ik vergelijken wat voor mij het beste werkt. Hoewel de huidige methode al werkt, waar ik heel blij mee ben.

@Aris: dank voor je verdere toelichting en de grafiek. Ik heb die bestudeerd evenals de website en ik ben er weer wijzer van geworden.


82. Volgend proefstukje is een lipje met opstaande rand, zoals ook in de McLaren moet worden gemaakt; alleen dan twee keer zo groot (om te oefenen wel zo praktisch). Het kostte me denk ik een uur (zoals Silenoz zei, je bent zo geconcentreerd bezig dat de tijd sneller lijkt te gaan), maar het lukte met veel moeite! Het lastigste was, om alle gaatjes dicht te krijgen.

30059822200_5c1f14607f_b.jpg

29724894873_af0f7dbbe0_b.jpg

83. Na een schuursessie ziet het er zo uit:

30263390211_1eb9b992e9_b.jpg

30270743781_3981f53977_b.jpg


84. Op de laatste foto (zie de rode pijl) zijn twee kleine gaatjes te zien. Dus opnieuw met het soldeer in de weer, ik moet zeggen dat het niet makkelijk is om te corrigeren omdat je daarmee ook andere onderdelen van het werkstuk kunt beïnvloeden, maar ik weet wel wat ik de volgende keer moet doen (het onderdeel niet zo heet laten worden) om te proberen te voorkomen dat de andere verbindingen los laten. Na weer een kwartier solderen en schuren is dit het resultaat:

30059837690_d826792700_b.jpg

De onderkant is niet helemaal glad, maar dit zal eenvoudig op te lossen zijn met secondenlijm of, voor de liefhebber, putty. Voor de professionele soldeerder zal het wel een gruwelijke gedachte zijn, maar het doel heiligt de middelen en mij gaat het erom dat het er uiteindelijk mooi strak uit ziet.

Bestede tijd: 18 uur (bouw) + 24 uur (studie)
 
Sterk bezig he :)

Zover ga ik dus niet maar geniet hier wel van met volle teugen !

Ik ga effe niks posten, want computer en externe harde schijf zijn een rommeltje (aan het wachten op nieuwe computer (aurora r5) om alles over te zetten)
wanneer alles terug op orde is begin ik terug te posten.

Doe zo verder Roy !
 
Roy, allereerst complimenten, voor een eerste keer solderen, heb ik veel slechter gezien!!!
 
volg wel maar dit is buiten mijn categorie en daarom de stilte he Roy (maar volg wel uit gezonde nieuwsgierigheid) grt Pascal
 
@Guy: dank je wel. Weet dat ik jouw topic minstens evenzo waardeer. Succes met het herstellen van de computer..

@Aris: merci.

@Pascal: ieder z'n eigen kunde. Die van mij is voornamelijk die van de combinatie voorbereiden en geduld. Ik wil je eraan herinneren dat jij nu bezig bent met een schitterend diorama dat grotendeels gescratcht is, iets wat ik je niet nadoe.


85. Ik wil jullie iets voorleggen, benieuwd naar jullie gedachten.

30387850816_1392c73aca_b.jpg

Om de messing beugels zo sterk mogelijk te houden, wil ik ze uit één stuk maken wat het bovendeel betreft (A), en één stuk wat het benedendeel betreft (B). Die twee beugels worden tegen elkaar gemonteerd door middel van drie stuks gelamineerd Evergreen plastic (C). Midden in beide beugels worden eveneens stukken gelamineerd plastic gelijmd (D). Het geheel wordt in de versnellingsbak geschoven, gelijmd en geklemd.

Ziet iemand hier iets in dat onhandig of instabiel is? Let wel, tussen de uiteinden van A en B zal dus één van de stangen van de achterwielophanging worden bevestigd. De constructie moet dus bijzonder sterk zijn.
 
Eens de constructie gemaakt kan je deze misschien instrijken met vloeibare superlijm ten einde deze extra te verstevigen. Dit is een techniek die dikwijls toegepast wordt in de vliegtuigbouw waar de soms tere landingsgestellen extra met deze lijm verstevigd worden.

Wat de constructie zelf betreft zou ik aanraden om misschien een metalen staafje door al die styreen stukken te laten lopen maar ik weet natuurlijk niet of dit op je kit of ontwerp kan gedaan worden.
 
@Silenoz: hier foto's van achtereenvolgens het Top Studio-onderdeel, de 3D-tekening van hoe het moet worden en de originele constructie met de achterwielophanging.

30222384462_6f93e746ab_b.jpg

30222264482_bc1ed6f8fd_b.jpg

29792828193_7f7fe9fa6f_b.jpg

(Copyright McLaren MP4/6 in detail, photographic collection for scale modeling vol. 2 MFC, educational purposes only, picture will be deleted upon first request; to all who read this: the book contains many reference pictures and makes for an incredible source of information for anyone who is or will be tackling the McLaren MP4/6 as a scale model. To all: buy the book!)


@Erwin: beide tips zijn nuttig en ga ik indien mogelijk toepassen, bedankt! De plastic onderdelen die centraal gelegen, zijn grotendeels uit het zicht (want daar zit de versnellingsbak omheen).

@Silenoz: wat is de toegevoegde van het uit messing maken van het centrale blok? Het lijkt mij dat polystyreen even stevig is indien gelamineerd en op die manier heb ik, vooral, geen last van mogelijk losrakende soldeerstukjes op de gesoldeerde brackets. Met andere woorden, ik vrees dat als ik X aan Y ga solderen, ik misschien Y negatief kan beïnvloeden.

 
Veel weet ik niet te schrijven ... alleen dat we hier een leerrijke technische uitleg krijgen op begrijpbare wijze :)
Ik denk , nee ... schrijf beter weet zeker Roy , dat je met dit project , in je nopjes bent !
 
Als je twijfelt over de schets, dan is dit misschien een oplossing, zoals constructies met hout en metalen gemaakt worden. Ik probeer een toelichting te geven, zonder symbolen en vectoren te gebruiken, om met mijn gradenboog op mijn scherm te krassen, lees je nog steeds niets

Ik zou het polystyrene balkje uit 1 gedeelte maken, in de breedte van de messing blokjes vijlen. Het messing boven onder zorgen voor een plaatje waar het in het styreen in gaat. Zodat het styreen het messing aan drie kanten vastgrijpt.
Onder de onderste beugel nog een klein verstevigingsdriehoekje tussen messing en styreen aanbrengen. Van 30-60-90 graden. Waarbij een hoek van 90 tov messing styreen op het haakse hechtpunt en de hoek van 30 naar van styreen naar boven richting beugel. Eventueel boven de bovenste beugel een plaatje. Deze aanbrengen met de hoek 90 graden tussen styreen en messing en met de hoek van 30 graden, schuin naar beneden. Nu zal deze duwend werken, tov het wiel wat je gaat plaatsen dus vrijwel de lijm of soldeerkracht niet nodig hebben.
Kies je om dit hoekje onder de bovenste beugel te plaatsen, door zicht toestand dan heeft die wel de trekkracht nodig, dus een stevige(re) verbinding. Wat ook opgaat voor de onderste.

Ervan uitgaand dat de wielen een opgaande kracht hebben, tov de versnellingsbak. Om je de theorie van vectoren en krachten werking te besparen. Is het de visueel, dat je met een boekenplank steun in dit geval de muur omhoog brengt. Want in dit geval is je beugel de steun en zijn de boeken het wiel. Als je een boekenplank zonder beugel tegen muur aanbrengt zal hij ook weinig boeken kunnen dragen dat geld andersom ook. Op deze manier heb je de kracht, die haaks op de twee kantelpunten omgezet naar een bevestigingspunt onder een hoek met toevoeging van een klein stukje stevig materiaal.

Waarom kies ik voor deze oplossing, je kiest voor verschillen materialen, met verschillende buig en breeksterktes. En je heb te maken met kantelpunten, denk maar dat je een wiel van je auto wil wisselen,. Dan kan je hopeloos aan de zijkant rukken om hem op te tillen. Of je pak een emmer en een plank. Emmer dicht bij de auto en met het lange gedeelte til je de auto. De reden dat ik in dit geval een hoek van 30-60-90 kies is omdat deze hoek stevig is onzichtbaar. Bij de hecht plaats messing styreen, vang je naar mijn idee het meest op van de krachten die erop komen.

Dan het solderen / vormen van het messing, Ik ga ervan uit een plaatje met opstaande rand..
Dan zou ik eerst het plaatje op maat knippen bewerken en passen. En dan al naar gelang een lange strip, messing in de vorm van het plaatje brengen aan elkaar solderen. Of eventueel nog steeds bang dat het blijft hechten, de strip rond het plaatje op een paar puntjes hechten. Dat is hoe precies je de strip kan vormen rond het plaatje.
Nooit zou ik aanraden aan de binnenkant stiekem een echte koperdraad te leggen de zachte buigzame en geen brass. Harde, tang nodig om te buigen (mesingdraad)
Dat zal de enige zijn die onder het solderen mag bewegen en tijdens de stolling ook mag bewegen. Die beweging niet met een pincet, want op die plaatst koelt het te snel af. Daar heb je iets van hoornachtig materiaal voor nodig, of de aloude kaasprikker.
Redenering door het stukje rond zacht materiaal, vergroot je het hechtoppervlak veel meer.
 
Terug
Bovenaan